De regering van Suriname heeft aangekondigd dat ze zal wachten tot na de presidentsverkiezingen in mei 2025 voordat ze beslist of ze een nieuw programma bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zal aanvragen.
Dit besluit is genomen terwijl de regering overweegt hoe ze de verwachte inkomsten uit olie het best kan inzetten voor het land.
Ons land kijkt uit naar de toekomstige inkomsten van een groot olie- en gasproject ter waarde van $10,5 miljard, uitgevoerd door het Franse TotalEnergies en het Amerikaanse APA Corp. De regering hoopt dat deze inkomsten de economie een stevige impuls kunnen geven, vooral na de zware schuldenlast van de afgelopen jaren.
Minister van Financiën Stanley Raghoebarsing waarschuwde echter voor voorzichtigheid en gaf aan dat de regering niet direct na afloop van het huidige IMF-programma, dat in maart 2025 eindigt, een nieuw programma zal aanvragen. Vorige week ondertekende Suriname wel een overeenkomst met de Wereldbank voor $22 miljoen om de leefomstandigheden in het land te verbeteren.
Raghoebarsing benadrukte ook dat Suriname geen nieuwe leningen zal aangaan met toekomstige olie-inkomsten als onderpand. “We willen de olie die we nog moeten produceren niet gebruiken als onderpand voor leningen die toekomstige generaties zouden belasten,” zei hij.
Daarnaast wees hij het idee van schuldherstructureringen, zoals debt-for-nature swaps, af om bestaande schulden sneller af te lossen.
De productie van het olieproject van TotalEnergies en APA wordt verwacht in 2028. Staatsolie, het staatsoliebedrijf, schat dat het project mogelijk $26 miljard kan opleveren, wat een aanzienlijke bijdrage zou kunnen leveren aan de economie en de bevolking van Suriname.
De regering overweegt momenteel ook een wetswijziging die ervoor moet zorgen dat de olie-inkomsten eerlijk verdeeld worden tussen huidige en toekomstige generaties.
