Suriname nog zonder vertegenwoordiging in Herdenkingscomité Slavernijverleden: structurele bezwaren vanuit herstelperspectief

Slavernij afschaffing

Begin 2024 zijn de statuten van de Stichting Herdenkingscomité Slavernijverleden officieel gepasseerd bij een notaris in Nederland, waarmee het Comité een formeel karakter kreeg.

Het initiatief voor de oprichting kwam van de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Judith Uitermark (NSC). Onder haar ministerie valt het Comité ook organisatorisch en financieel.

De voorzitter van het Comité is mevrouw A. Elburg, benoemd door het Nederlandse kabinet Rutte IV na voordracht van de minister.

De overige bestuursleden zijn voorgedragen door Caribische rijksdelen zoals Bonaire, Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsook door NINsee.

Opvallend is dat Aruba en Suriname vooralsnog geen vertegenwoordigers hebben voorgedragen, hoewel de uitnodiging daartoe openstaat.

Bezwaren vanuit Surinaamse context

De kans dat Suriname zich alsnog zal aansluiten bij het Comité is klein. Vanuit Surinaamse zijde bestaan inhoudelijke, historische en staatkundige bezwaren tegen deelname. Enkele argumenten:

Durban-verklaring (2001)

Tijdens de VN-wereldconferentie tegen racisme in Durban verklaarde ambassadeur Wim Udenhout, namens de Surinaamse regering, dat:

Slavernij en de trans-Atlantische slavenhandel misdaden tegen de menselijkheid zijn;

Herstelbetalingen en compensatie noodzakelijk zijn;

Er structureel budget nodig is voor educatie en bewustwording;

Suriname principieel voor herstelbetalingen is.

CARICOM Tienpuntenplan

Sinds 2013 is Suriname als CARICOM-lidstaat gebonden aan het gezamenlijke Tienpuntenprogramma voor Herstelmaatregelen, waarin herstelbetalingen centraal staan.

Deelname aan een Comité dat herstelbetalingen principieel uitsluit, zou het Surinaamse en Caribische standpunt ondermijnen.

Staatkundige onafhankelijkheid (1975)

Suriname is geen rijksdeel, maar een soevereine republiek. Deelname aan een Nederlands koninkrijksgericht Comité is staatsrechtelijk en symbolisch onwenselijk.

Neo-koloniale structuren

De Nederlandse regering bood in december 2022 excuses aan, maar sloot herstelbetalingen kort daarop expliciet uit.

Tegelijkertijd stelt zij een herstelcomité samen dat zij zelf controleert en financiert, en waarin zij Suriname uitnodigt zitting te nemen. Dat wordt als tegenstrijdig, moreel problematisch en politiek onwenselijk ervaren.

Een vertegenwoordiging vanuit Suriname in dit Comité zou de schijn van instemming kunnen wekken met een herdenkingskader dat wél erkenning maar géén herstel accepteert.

Dit staat haaks op de uitgangspunten van het Surinaams herstelbeleid en zou het regionale CARICOM-proces schaden.

Gesprek op basis van gelijkwaardigheid

Op 12 november 2024 vond in Paramaribo een constructieve ontmoeting plaats tussen een delegatie van de Nationale Reparatie Commissie Suriname (NRCS) en mevrouw Elburg, vergezeld van Nederlandse topambtenaren.

Tijdens dit gesprek is bevestigd dat samenwerking rond educatie, historisch onderzoek en maatschappelijke bewustwording mogelijk en gewenst is, mits deze plaatsvindt op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect.

De NRCS gaf aan géén mandaat te hebben om bestuursdeelname te bespreken, maar zal – conform haar opdracht – een ongevraagd advies uitbrengen aan de Surinaamse regering.

Armand Zunder