In gesprekken die ik de laatste tijd opvang merk ik een narratief dat stevig wortel heeft geschoten in Suriname. Het idee dat ons land in de afgelopen vijftig jaar vrijwel alleen maar achteruit is gegaan.
Deze gedachte klinkt vaak tussen de regels door bij verjaardagen, in winkels of online discussies. Maar wanneer ik dit vraagstuk eerlijk en genuanceerd bekijk, zie ik een gemengd beeld.
Niet alles is rooskleurig geweest, dat weet iedereen, maar de conclusie dat er op geen enkel gebied vooruitgang is geboekt, klopt simpelweg niet.
Wanneer we terugkijken naar vroeger
Dat het besteedbaar inkomen is gekrompen, valt niet te ontkennen. Jongeren hadden in de jaren zeventig meer mogelijkheden om een degelijke toekomst op te bouwen.
Het onderwijs lag op een sterker niveau, de gezondheidszorg functioneerde stabieler en de gemiddelde Surinamer had een bredere basis aan kennis.
Bovendien heerste er destijds minder criminaliteit en voelde het dagelijks leven overzichtelijker. Dit zijn wezenlijke aspecten die bepalen hoe mensen een land ervaren en dat gevoel weegt zwaar wanneer men terugkijkt.
Toch is het te eenvoudig om die tijd als volledig beter te bestempelen. De wereld veranderde, economische schokken kwamen op ons af en verschillende generaties kregen met nieuwe uitdagingen te maken.
Het nostalgische beeld is waardevol, maar toont nooit de volledige werkelijkheid.
Waar vooruitgang wél zichtbaar is
Kijk bijvoorbeeld naar de infrastructuur. De bruggen richting Commewijne en Marowijne hebben ons land letterlijk meer verbonden. Reizen dat vroeger een halve onderneming was, gaat nu vlotter en opent nieuwe mogelijkheden voor handel en recreatie.
Daarnaast heeft de opkomst van moderne winkelcentra en de aanwezigheid van buitenlandse ondernemers gezorgd voor meer variatie in producten, betere service, hotels, recreatieoorden en plekken waar mensen graag verblijven.
Er is ook vooruitgang geboekt in technologie. Internettoegang is niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. Veel jongeren verdienen tegenwoordig hun inkomen online, iets wat vroeger ondenkbaar was.
Ook het groeiende aantal kleine bedrijven, van cafés tot creatieve startups, laat zien dat ondernemerschap langzaam maar zeker terrein wint.
Deze verbeteringen maken de achteruitgang in andere sectoren niet minder pijnlijk, maar ze laten wel zien dat het beeld genuanceerder is dan het dominante narratief suggereert.
We hoeven het verleden niet te romantiseren om eerlijk te kunnen erkennen wat wél goed gaat. Suriname is geen land dat stilstaat. Het beweegt, soms langzaam, soms haperend, maar het beweegt wel.
Ida Thornhill
Docente Auteur Columniste







