De Surinaamse muziekwereld heeft een grondige herstructurering nodig, stelt journalist Kenneth Niekoop.
Tegenover GFC Nieuws uit hij zijn kritiek op de huidige staat van zaken, met name rondom het iconische Suripop-festival en pleit hij voor de introductie van nieuwe contesten om de muzikale kwaliteit en de doorstroom van talent in Suriname te bevorderen.
Volgens hem is Suripop vanaf het begin al uit zijn oorspronkelijke groeven gehaald.
Het festival dat oorspronkelijk door de heer Cameron werd bedacht als een componistenfestival, is in de loop der jaren getransformeerd tot een zangwedstrijd van de bovenste plank.
Deze verschuiving heeft afbreuk gedaan aan de compositorische diepgang en aan de ontwikkeling van componistentalent in het land.
Wat begon als een platform voor muzikale scheppers is nu vooral gericht op vocale prestaties. Hoewel hij de creativiteit onder het nieuwe bestuur met Odett erkent, benadrukt hij dat er veel meer uit het aanwezige talent gehaald kan worden.
De toevoeging van vaste thema’s belemmert volgens hem de creatieve vrijheid van componisten, die zich daardoor minder puur kunnen uitdrukken.
Om echt vooruitgang te boeken in de Surinaamse muziekwereld, pleit hij voor een drieledige aanpak.
In zijn visie blijft Suripop bestaan als zang- en showfestival, maar wordt dit aangevuld met nieuwe wedstrijden die andere aspecten van muziek centraal stellen.
Ten eerste stelt hij voor om een puur componistenfestival te introduceren, waarin de nadruk volledig ligt op het scheppen van originele muziek, zonder de druk van optredens of visuele presentatie. Hier staat de compositie centraal, los van performance.
Daarnaast zou er een festival moeten komen waarin componisten en zangers als duo samenwerken. Zo ontstaat een dynamisch geheel waarin de creatieve en uitvoerende kanten van muziek samenkomen en versterkt worden.
Suripop zelf kan zich dan volledig profileren als zang- en showwedstrijd, een publieksevenement dat zijn aantrekkingskracht behoudt, terwijl elders ruimte komt voor de muzikale inhoud en scheppende kracht.
Er wordt ook gewezen op de beperkte doorstroom van Surinaams talent naar het buitenland. Het ontbreekt aan professionele agentschappen en vertegenwoordiging die artiesten helpen om internationaal door te breken.
De verbinding met buitenlandse partijen om het eigen muzikale erfgoed te promoten is volgens hem zoekgeraakt.
Hij sluit af met de woorden: time to change. Met die oproep wordt de noodzaak benadrukt om het Surinaamse muzieklandschap toekomstbestendig te maken, waarbij ruimte wordt gecreëerd voor alle facetten van muzikaal talent: van compositie tot uitvoering en van samenwerking tot promotie buiten de landsgrenzen.