GFC NIEUWSREDACTIE – De aanvullende begroting voor dit jaar is vrijdagavond goedgekeurd met 27 stemmen vóór en 15 tegen in het Surinaamse parlement.
De oppositie stemde tegen, terwijl Minister Stan Raghoebarsing van Financiën en Planning uitlegde dat posten binnen de begroting moesten worden verschoven, vooral vanwege de toegenomen uitbetaling van lonen en salarissen.
Deze toename was het gevolg van de SRD 2.500 koopkrachtversterking voor ambtenaren en gelijkgestelden, wat van invloed was op ongeveer 86.000 personen.
De NDP-fractieleider, Rabin Parmessar, beweerde dat de aangepaste begroting de situatie van de burgers niet zou verbeteren. Hij voorzag juist verdere prijsstijgingen voor diverse goederen en diensten, waaronder elektriciteit, water, gas en brandstof.
Hij wees ook op de geplande btw-verhoging op brandstof in november. Volgens Parmessar zou de suppletoire begroting leiden tot verspilling door de regering.
Aan de andere kant benadrukte assembleelid Mahinder Jogi (VHP) dat de regering eerlijk en overtuigend was in haar uitleg over de begrotingsverschuivingen. Een aanzienlijk deel van het geld ging naar de koopkrachtversterking en ondersteuning van de samenleving.
Ondanks klachten van de oppositie over onbeantwoorde vragen en de bezetting van de regeringstafel, stelde Raghoebarsing dat fundamentele discussies zullen plaatsvinden bij de behandeling van de begroting voor 2024.
Raghoebarsing merkte op dat al sinds maart, bij de behandeling van de begroting voor 2023, duidelijk was dat er een aanvullende begroting nodig zou zijn. Toen werd er ook onderhandeld over koopkrachtversterking en het verhogen van toelagen, terwijl de personeelskosten zwaar drukten op de begroting.
De totale ontvangsten daalden met SRD 323,8 miljoen en de uitgaven stegen met SRD 220,3 miljoen. De aanvullende begroting diende als een noodmaatregel om de laatste drie maanden van het jaar financieel te overbruggen.
