In een recente verklaring aan GFC Nieuws heeft journalist en columnist Kenneth Niekoop zijn zorgen geuit over de juridische status van meningsuitingen op sociale media in Suriname en de mate waarin deze aanleiding kunnen geven tot strafrechtelijke vervolging.
Hij wijst met name op het toenemende verschijnsel dat zowel individuen als instanties sociale media steeds vaker beschouwen als een onweerlegbare bron van waarheid.
Hij stelt daarbij de fundamentele vraag: “Hoe strafbaar zijn meningsuitingen op sociale media, dat je personen hierop juridisch kunt vervolgen en onder welke wet valt dat in Suriname?”
Deze vraag vloeit voort uit zijn observatie dat zowel particulieren als overheidsinstanties sociale media steeds vaker gebruiken als bron van juistheid, zonder kritische toetsing.
De kern van zijn zorg ligt in de perceptie van sociale media als een betrouwbare informatiebron.
Volgens de commentator leidt dit vaak tot situaties waarin online informatie – ongeacht de feitelijke juistheid – als waarheid wordt aangenomen, met potentieel ernstige gevolgen voor de betrokkenen.
Hij merkt op dat hij steeds vaker ziet dat dergelijke publicaties de basis vormen voor beslissingen of zelfs juridische stappen, zonder dat de inhoud vooraf grondig wordt geverifieerd.
Dit roept vragen op over de grens tussen vrije meningsuiting en uitlatingen die strafrechtelijk laakbaar kunnen zijn, zoals smaad, laster of het verspreiden van valse informatie.
Hoewel Suriname beschikt over wetgeving op het gebied van smaad, laster en het verspreiden van onware feiten (zoals vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht), is de toepassing van deze wetten op de vluchtige en dynamische aard van sociale media-uitingen lang niet altijd duidelijk – niet voor het brede publiek, en soms zelfs niet voor professionals binnen de rechtspraktijk.
De anonimiteit die sociale media kunnen bieden en de snelheid waarmee berichten zich verspreiden, maken handhaving bovendien complex.
Niekoops oproep is dan ook een pleidooi voor meer duidelijkheid en bewustwording binnen de Surinaamse samenleving over de juridische kaders die gelden voor online communicatie.
Het is volgens hem essentieel dat zowel burgers als instanties beseffen dat online uitlatingen dezelfde juridische consequenties kunnen hebben als mondelinge of schriftelijke uitspraken in de offline wereld.
De betrouwbaarheid van informatie moet altijd kritisch worden beoordeeld voordat deze als waar wordt aangenomen of als grond dient voor actie.
Zijn uitlatingen onderstrepen de groeiende behoefte aan een maatschappelijk debat en mogelijk ook juridische richtlijnen, over verantwoord gedrag op sociale media en de rol die deze platforms spelen in de Surinaamse informatievoorziening.
Foto ter illustratie
