Santokhi durfde falende ministers niet te ontslaan uit angst voor politieke chaos

chan santokhi president

De ontevredenheid over het functioneren van meerdere ministers in Suriname is al jaren een publiek geheim.

Vanaf het begin van de regeerperiode in 2020 is het voor velen, van hoogopgeleide analisten tot eenvoudige marktverkopers, duidelijk geweest dat diverse ministeries op een gebrekkige manier werden geleid.

Toch bleef een grote schoonmaak binnen het kabinet uit. Volgens Suriname-analist R. Pinas, die hierover met GFC Nieuws sprak, durfde president Chan Santokhi het simpelweg niet aan.

Pinas stelt dat de president bang was voor de politieke gevolgen.

“Als Santokhi ministers van coalitiepartner ABOP zou hebben ontslagen, was de kans groot dat die partij voor grote problemen zou zorgen bij het goedkeuren van zaken in DNA.

En na het vertrek van de NPS had de VHP dan geen meerderheid meer in het parlement. Dat risico heeft hij duidelijk niet willen nemen,” aldus de waarnemer.

Toch beperkt zijn kritiek zich niet tot de ABOP-ministers.

Ook binnen de VHP, de partij van de president zelf, zijn er volgens de analist bewindslieden die allang vervangen hadden moeten worden vanwege wanbeleid of het structureel negeren van signalen uit de samenleving.

Hoewel ministers verantwoordelijk zijn voor hun eigen departementen, ligt volgens Pinas de uiteindelijke verantwoordelijkheid bij de president.

“Het gebrek aan leiderschap bij het ingrijpen heeft diepe schade aangericht.

Het aanblijven van zwakke ministers heeft geleid tot frustratie onder de bevolking en is een belangrijke reden geweest voor het verlies van vertrouwen en uiteindelijk ook van de verkiezingen.”