Gepensioneerd universiteitsdocent Ricky Stutgard plaatst kritische kanttekeningen bij het recente voornemen van president Santokhi om meertaligheid in het Surinaamse onderwijs te bevorderen.
Stutgard geeft in een reactie tegenover GFC Nieuws aan dat het idee op zichzelf niet vernieuwend is.
Bovendien toont eerder gedegen onderzoek aan dat het Nederlands niet alleen dominant is, maar ook de meest gewenste en best beheerde taal blijft binnen het onderwijssysteem.
Volgens gegevens van de achtste algemene volks- en woningtelling in 2012 worden er in het land zo’n twintig talen gesproken.
Het Nederlands is de officiële taal, terwijl het Sranantongo samen met het Nederlands als lingua franca fungeert. Andere belangrijke talen zijn onder meer het Sarnami Hindoestani, Surinaams Javaans, Marrontalen zoals het Saramaccaans en Aukaans, en de inheemse talen Caraïbs en Arowaks.
Daarnaast zijn er talen van recente migranten, zoals het Braziliaans Portugees, Frans, Spaans en diverse Chinese talen.
Ook worden in Suriname minstens drie gebarentalen gebruikt: de Nederlandse Gebarentaal (NGT), een eigen Surinaamse Gebarentaal en een dorpsgebarentaal in het marrondorp Kajana.
In bijna 80% van de Surinaamse huishoudens wordt naast de moedertaal ook een tweede taal gesproken.
Het Nederlands is echter de meest dominante thuistaal: ruim 73% van de huishoudens spreekt Nederlands als eerste of tweede taal. Het Sranantongo komt voor in 44% van de huishoudens, vooral als tweede taal.
Het Sarnami Hindoestani wordt in 21% van de huishoudens gesproken, en het Javaans in 9%.
Stutgard verwijst naar een uitgebreid onderzoek uitgevoerd door de Nederlandse Taalunie in 2012: Meertaligheid in het onderwijs in Suriname.
Hieraan namen 22.643 leerlingen en 3.785 leerkrachten uit het primair en secundair onderwijs deel. De opvallendste conclusie? Het Nederlands is de onbetwiste instructietaal en voertaal in het onderwijs.
Leerlingen en leerkrachten gaven massaal aan dat het Nederlands niet alleen de meest gebruikte, maar ook de best beheerde en geprefereerde taal is – zowel mondeling als schriftelijk.
Geen enkele andere taal benadert dit niveau van geletterdheid en brede toepasbaarheid.
Niet alleen binnen het onderwijs blijkt het Nederlands dominant. Verschillende eerdere onderzoeken bevestigen dat het Nederlands ook buiten de schoolmuren als eerste taal gekozen wordt.
Uit een enquête tijdens de Jaarbeurs van Paramaribo in 1997 bleek dat een meerderheid van de bezoekers het Nederlands als officiële taal voor de toekomst wenste. Ook onderzoeken van Mitrasingh en Badal (2002), Brandon et al. (2007) en Kroon en Kurvers (2009) toonden soortgelijke resultaten aan.
Volgens St-Hilaire (2001) ontwikkelt het Surinaams Nederlands zich zelfs tot een gedeelde multi-etnische taal en draagt het bij aan het ontstaan van een gezamenlijke Surinaamse identiteit.
ABS-statistieken uit 2005 ondersteunen dit beeld: bijna 20% van de bevolking heeft een gemengde of onduidelijke etnische herkomst.
Stutgard stelt daarom dat er momenteel geen inhoudelijke of onderwijskundige reden is om te tornen aan de positie van het Nederlands in het onderwijs.
Andere talen worden veelal slechts mondeling beheerst en missen een geschreven traditie die nodig is om als instructietaal te dienen.
Volgens hem “trapt de president een open deur in” met het idee van meertaligheid in het onderwijs.

S. King maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com of direct via WhatsApp.