Raghoebarsing bespreekt uitdagingen en kansen voor Suriname tijdens IMF/ Wereldbank Jaarvergadering

ragoebarsing

Tijdens de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank in Marokko, sprak de Surinaamse minister van Financiën, Stanley Raghoebarsing, de pers toe over de aanstaande olieboom in Suriname en de bijbehorende uitdagingen en kansen.

Met de bevestiging van een investering van $10,5 miljard door TotalEnergies in een offshore olieveld, staat Suriname aan de vooravond van een periode van economische overvloed die het dubbele van het huidige Bruto Binnenlands Product (BBP) van het land vertegenwoordigt.

Raghoebarsing benadrukte dat de overgang van een economie met schaarste naar een overvloed aan middelen nieuwe vaardigheden en zorgvuldig beheer vereist.

“Tot nu toe moesten we omgaan met een tekort aan middelen,” verklaarde Raghoebarsing. “Binnenkort zullen we moeten omgaan met een overvloed, wat misschien nog meer en andere vaardigheden vereist om ervoor te zorgen dat deze rijkdom geen vloek wordt.”

De regering van president Chandrikapersad Santokhi heeft de afgelopen jaren, in samenwerking met het IMF, aanzienlijke hervormingen doorgevoerd om de economie te stabiliseren.

Dit heeft geresulteerd in een daling van de schuldquote van 146% van het BBP in 2020 naar 86% nu, en een primair overschot van 2,8% dit jaar.

Raghoebarsing sprak zijn waardering uit voor deze vooruitgang, maar benadrukte dat de uitdagingen die zich hebben opgebouwd gedurende decennia niet in een paar jaar volledig kunnen worden opgelost.

Een van de voornaamste aandachtspunten voor de overheid is het vermijden van de zogenaamde “Dutch disease”, waarbij een te snelle groei in één sector andere sectoren verdringt.

Ook is er een nieuw soeverein fonds opgericht, dat gekoppeld zal zijn aan toekomstige begrotingen en moet bijdragen aan verantwoord gebruik van de olie-inkomsten.

Raghoebarsing gaf aan dat het beschermen van de onafhankelijkheid van de Centrale Bank en het handhaven van een zakelijke benadering bij Staatsolie cruciaal zijn voor het voorkomen van onverantwoorde uitgaven.

Minister van Buitenlandse Zaken, Albert Ramdin, benadrukte daarnaast dat de verwachte inkomsten het voor Suriname mogelijk maken om financieringspartners te kiezen op basis van zorgvuldige evaluaties en belangenafwegingen.

Ramdin verklaarde dat Suriname wellicht zal kijken naar andere internationale financiële instellingen (IFI’s) buiten de traditionele Bretton Woods-instellingen, om de relaties met diverse internationale partners te versterken.

Naast het benutten van de olie-inkomsten, blijft Suriname zich inzetten om zijn status als koolstofabsorberend land te behouden, ondanks de geplande oliewinning.

Raghoebarsing herhaalde de toezegging om deze balans in stand te houden, wat zowel van nationaal als internationaal belang is.

Met de aankomende olie-inkomsten en de bredere economische hervormingen is Suriname vastbesloten om deze unieke kans verantwoord en duurzaam te benutten, met oog voor zowel de economische als de ecologische belangen van het land.

Foto: Jade Tjon