President Geerlings-Simons maakt korte metten met wildgroei aan commissies

simons president 2

President Jennifer Geerlings-Simons heeft tijdens een persconferentie aangegeven dat de tientallen commissies, stuurgroepen en werkgroepen die tijdens het vorige presidentschap werden geïnstalleerd, tot het verleden zullen behoren.

Volgens de nieuwe president is het Kabinet van de President geen uitvoerend orgaan en dient het zijn constitutionele rol als strategisch en adviserend orgaan strikt te respecteren.

“Het kabinet is een high-level office, geen ministerie,” aldus president Simons.

“Uitvoering behoort toe aan de ministers, zoals de Grondwet dat voorschrijft. De president mag ministers aanspreken en, indien nodig, uitvoeringen aanhouden, maar zal zich niet bemoeien met de uitvoering zelf.”

De uitspraken van Simons volgen op een onthulling waaruit bleek dat de vorige regering onder ex-president Chandrikapersad Santokhi in vijf jaar tijd maar liefst 92 commissies, werkgroepen en stuurgroepen had ingesteld, vaak zonder duidelijke afbakening van bevoegdheden of wettelijke basis.

Deze praktijk heeft volgens Simons geleid tot bestuurlijke vervaging en mogelijk juridische complicaties, omdat het Kabinet van de President niet bevoegd is om zelfstandig middelen toe te wijzen of uit te geven.

Simons benadrukte dat er zal worden teruggekeerd naar het model waarin een ministerie van Algemene Zaken verantwoordelijk is voor de ondersteuning van de presidentiële functie, inclusief personeel en middelen.

“Dat model hield alles netjes gescheiden en voorkwam belangenverstrengeling. Bovendien bleef de president buiten de rechtstreekse uitvoeringsverantwoordelijkheid en dat is hoe het hoort,” aldus de president.

Over de rol van adviseurs was Simons eveneens duidelijk: “Adviseurs staan nooit boven ministers. Ministers zijn de hoogste uitvoerende ambtenaren van het land. Wat ik aantrof op het Kabinet – een organogram dat lijkt op een ministerie, compleet met directoraten – hoort daar niet en zal worden afgebouwd.”

Simons sluit af met de mededeling dat er opnieuw structuur zal worden gebracht in de presidentiële organisatie en dat transparantie, rechtmatigheid en grondwettelijke verankering daarbij leidend zullen zijn.