OGV, Stichting 8 december 1982, Vakcentrale C-47 en gemachtigde 8-decembernabestaanden roepen op tot actie tegen 8 decembermoordveroordeelden

De Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV), de Stichting 8 december 1982, Vakcentrale C-47 en de gemachtigde van de 8-decembernabestaanden hebben in een open brief de procureur-generaal (pg) en de president van de Republiek Suriname opgeroepen om alle voor de 8 decembermoorden veroordeelde personen op te sporen en de opgelegde gevangenisstraffen ten uitvoer te brengen.

De briefschrijvers hebben hun verontwaardiging geuit over het feit dat veroordeelden Desi Bouterse en Iwan Dijksteel nog steeds niet zijn aangehouden, wat zowel binnen Suriname als daarbuiten een golf van verontwaardiging heeft veroorzaakt.

Op 12 januari 2024 werd publiekelijk bekend dat de veroordeelden, waaronder Bouterse, zich niet hadden aangemeld bij de door de procureur-generaal aangewezen strafinrichting.

Op 17 januari 2024 heeft de procureur-generaal een opsporingsbericht uitgevaardigd, waaruit blijkt dat Bouterse en anderen zich aan de tenuitvoerlegging van hun gevangenisstraf hebben onttrokken door te vluchten.

De 8-decembermoorden, waarbij vijftien weerloze mannen in het Fort Zeelandia in Paramaribo werden gemarteld en vermoord in 1982, hebben een diepgaande verdeeldheid in de Surinaamse samenleving veroorzaakt en de rechtsorde ernstig verstoord. Het Hof van Justitie heeft op 31 oktober 2000 op verzoek van nabestaanden bevolen een strafvervolging in te stellen tegen verdachten van deze gruwelijke daden.

Het uitblijven van de tenuitvoerlegging van de aan Kenneth Kempes, Luciën Lewis, Iwan Dijksteel en Desiré Delano Bouterse opgelegde gevangenisstraffen, is een verdere ondermijning van de rechtsstaat Suriname, waardoor de sociale cohesie en maatschappelijke harmonie in de samenleving worden aangetast.

De briefschrijvers roepen de procureur-generaal en de president op om alle u ten dienste staande nationale en internationale middelen aan te wenden, om alle voor de 8-decembermoorden veroordeelde personen op te sporen en de opgelegde gevangenisstraffen ten uitvoer te brengen, alsmede de samenleving daarover te informeren.