Suriname is een klein land, maar met een grote familie buiten de grenzen. Terwijl er iets meer dan 600.000 mensen in het land zelf wonen, leeft er ongeveer hetzelfde aantal in de diaspora.
De meeste van hen in Nederland. Tel je de kinderen en kleinkinderen erbij, dan gaat het al snel richting de 600.000 Surinaamse roots in het buitenland.
Toch lijkt die band met het moederland steeds dunner te worden. Vooral bij jongeren.
“Sommigen weten niet eens dat Suriname in 1975 onafhankelijk werd,” zegt trendwatcher Patricia Wong. Ze volgt deze ontwikkeling via sociale media en gesprekken met families hier en daar. En wat ze ziet, baart zorgen.
GFC Nieuws Lifestyle deed aanvullend onderzoek.
Veel jongeren groeien op in een compleet andere wereld. Ze gaan naar Nederlandse scholen, spreken amper Sranan of een van de andere Surinaamse talen, en voelen zich vooral Nederlands.
Voor hen is Suriname een vakantieland, een plek van familiebezoek – als dat al gebeurt.
Aan de andere kant ontstaan in Suriname zelf wrevel en onbegrip. Sommigen zien diaspora-jongeren als ‘verwend’ of ‘vervreemd’, terwijl diezelfde jongeren zich juist onzeker of buitengesloten voelen tijdens bezoek aan hun ‘roots’.
Er wordt soms lacherig gedaan over hun manier van praten, kleding of gedrag. Daardoor ontstaat er een vorm van afstand die lastig te overbruggen is.
Net als in Amerika, waar je Duitse Amerikanen hebt die niets met Duitsland te maken hebben, zou het kunnen dat we in de toekomst Surinaamse Nederlanders hebben die eigenlijk nooit echt Suriname hebben gekend.
De realiteit is dat er een tweedeling groeit. Niet uit kwaadwilligheid, maar simpelweg door tijd, afstand en cultuurverschillen.
Foto ter illustratie.

Jennifer Atmo is hoofdredacteur bij GFC Nieuws en een echte Surinamekenner. Ze schrijft graag over lifestyle en entertainment en is daarnaast voorzitster van KIVC, een organisatie die zich inzet voor maatschappelijke thema’s.
Voor contact: jennifer@gfcnieuws.com of direct via WhatsApp.