De Amerikaanse biomedisch wetenschapper Dr. Rhonda Patrick wijst op opvallende onderzoeksresultaten: vrouwen die al obees zijn vóór de zwangerschap zouden een grotere kans hebben dat hun zonen later autisme-achtige kenmerken vertonen.
Patrick verwijst naar een studie van de Universiteit van Hawaï, gepubliceerd op 5 augustus 2025 in het vakblad Cells. In dit onderzoek met muizen werd onderscheid gemaakt tussen overgewicht voor de bevruchting en overgewicht tijdens de zwangerschap.
De uitkomst was duidelijk: alleen bij moeders die vóór de bevruchting te zwaar waren, ontwikkelden mannelijke nakomelingen afwijkend gedrag.
Zij maakten andere geluidjes, zochten minder contact met soortgenoten en vertoonden meer herhaald, dwangmatig gedrag. Wanneer de draagmoeder enkel tijdens de zwangerschap obees was, kwamen deze problemen niet voor. Bij vrouwelijke muizen werden geen afwijkingen gemeten.
De onderzoekers zagen dat dit samenhing met veranderingen in het brein. Vooral twee genen die al eerder met autisme in verband zijn gebracht – Homer1 en Zswim6 – functioneerden anders.
Bij Homer1 werd een soort “schakelaar” gevonden die de activiteit van het gen beïnvloedt. Dit zorgde ervoor dat een variant van het eiwit, Homer1a, sterker aanwezig was. Dat kan de manier waarop zenuwcellen met elkaar communiceren verstoren.
Volgens Dr. Patrick laat dit zien dat de gezondheid van de moeder vóór de zwangerschap een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van het kind.
Wel benadrukken de wetenschappers dat het hier om een muizenstudie gaat. De resultaten zijn dus niet direct één-op-één te vertalen naar mensen.
Autisme heeft bovendien meerdere oorzaken, waarbij zowel erfelijke aanleg als omgevingsfactoren een rol spelen.
Toch geeft het onderzoek een mogelijke verklaring voor de verbanden die in eerdere studies bij mensen al werden gezien.