Nergens voor nodig dat Surinamers strijden om verblijfsvergunningen in het buitenland

paspoort reizen

Vandaag stond Suriname weer op de voorpagina in Nederland.

Een Surinaamse vrouw trouwde met drie broers om via gezinshereniging aan een verblijfsvergunning te komen.

Het klinkt bizar, maar het zegt veel over hoe wanhopig sommige landgenoten zijn om een leven in een rijker land op te bouwen.

En eerlijk gezegd, in mijn omgeving hoor ik het vaak. Mensen die dromen van trouwen met een Nederlander, studeren in Amerika, werken op Aruba, of zelfs verhuizen naar Zuid-Afrika of Trinidad.

Maar wat als ik je vertel dat zo’n stap bijna nooit slim is?

Ik ben op veel plekken geweest, heb gewoond in Nederland, en ik kan je zeggen: het buitenland is geen paradijs.

In Nederland is het woningtekort enorm. Meer dan 400.000 huizen te weinig – waardoor betaalbaar en ruim wonen bijna onmogelijk is.

En dan heb ik het nog niet over de bureaucratie: het systeem is complex en frustrerend.

De werkdruk is hoog, de stress vaak niet te vermijden. En hoewel we de taal spreken, blijven we ‘de ander’.

Culturele aanpassing kost tijd. Subtiele vormen van uitsluiting komen vaker voor dan je denkt. Ja, er zijn kansen, maar die komen met een hoge prijs.

Ook buiten Nederland is het niet makkelijker. Strenge immigratieregels, torenhoge kosten van levensonderhoud en eenzaamheid maken het zwaar. Veel Surinamers vertrekken zonder goed plan en komen bedrogen uit.

Waarom vechten voor een leven elders als we hier in eigen land ook kunnen bouwen? We kennen onze cultuur, onze mensen, onze gewoonten. Natuurlijk, als je echt geen andere keus hebt, moet je gaan. Maar voor velen is er wel een keus.

In plaats van dromen van een toekomst ver weg, moeten we durven investeren in de plek waar we vandaan komen.

Want derderangsburger zijn in een vreemd land is zelden beter dan je best doen in je eigen land.