NDP moet inzien dat de partijvoorzitter niet altijd de beste presidentskandidaat is

adhin simons

In de aanloop naar verkiezingen wordt vaak gekeken naar de voorzitter van een politieke partij als dé kandidaat voor het hoogste ambt.

In Suriname leeft sterk het idee dat de partijvoorzitter automatisch ook de presidentskandidaat is.

Die aanname zorgt momenteel voor verhitte discussies binnen de NDP, waar intern debat woedt over leiderschap en wie de partij daadwerkelijk na de verkiezingen moet vertegenwoordigen als beoogd president.

Volgens Suriname analist R. Pinas is die gedachte echter onterecht. Vooral wanneer een ander partijlid aantoonbaar meer draagvlak en stemmen weet te vergaren, is het onverstandig om vast te houden aan de partijvoorzitter als presidentiële genomineerde.

In een toelichting aan GFC Nieuws legt hij uit dat in veel democratische landen het helemaal niet vanzelfsprekend is dat de partijleider ook de kandidaat voor het hoogste ambt is.

“In Frankrijk is Emmanuel Macron president namens zijn partij Renaissance, maar hij was niet de partijvoorzitter.

In de Verenigde Staten worden presidentskandidaten gekozen via voorverkiezingen en daar speelt de partijvoorzitter juist een organisatorische rol,” stelt hij.

Ook in Duitsland wijst Pinas op het voorbeeld van Angela Merkel, die jarenlang bondskanselier was, terwijl het partijvoorzitterschap van de CDU tussentijds in andere handen lag.

“En kijk naar Nederland,” vervolgt hij, “daar is het vaak de fractievoorzitter in de Tweede Kamer die kandidaat-premier is, niet de partijvoorzitter. Die laatste houdt zich vooral bezig met interne partijzaken.”

Volgens de onafhankelijke waarnemer moeten partijen in Suriname afstappen van het idee dat de partijvoorzitter automatisch het gezicht naar buiten moet zijn.

“Het is beter om de meest capabele, verbindende of strategisch sterke persoon naar voren te schuiven. Zo voorkom je dat de meest geschikte en talentvolle kandidaten onterecht buitenspel blijven staan.”