In reactie op de verklaring van een prominente NDP-politicus, Ramon Abrahams, dat een tweede IMF-programma “onvermijdelijk” is voor Suriname, klinkt onder een aanzienlijk deel van de samenleving verontwaardiging en scepticisme.
Burgers en economische waarnemers benadrukken dat er veel meer mogelijkheden zijn om de economie duurzaam te herstellen, zonder opnieuw de IMF’s kooi in te gaan.
IMF en de Santokhi-periode: vooruitgang, maar met pijn
Onder president Chandrikapersad Santokhi heeft Suriname intensief samengewerkt met het IMF via een uitgebreid Extended Fund Facility-programma.
Deze samenwerking leverde in drie jaar volgens officiële cijfers van het ministerie van Financiën een reeks macro-economische successen op: stabilisatie van de wisselkoers, daling van inflatie, groei van internationale reserves tot boven USD 1 miljard, omkering van een begrotingstekort van 19% naar circa 4% en verlaging van de staatsschuld van circa 150% naar rond de 118% van het BBP.
Toch heeft Santokhi openlijk toegegeven dat deze trajecten gepaard gingen met sociale pijn, vooral voor kwetsbare groepen in de samenleving.
Critici wijzen erop dat het publieke vertrouwen onder zware druk staat. Rendementskwaliteitsanalisten en velen uit de samenleving zeggen dat de nadruk moet liggen op structurele hervormingen, economische diversificatie, en nationale middelen, niet op langdurige afhankelijkheid van externe leningen.
En minstens drie experts en burgers wijzen op risico’s van nieuwe IMF-support:
Vermindering van overheidsuitgaven in essentiële sectoren zoals zorg, onderwijs en infrastructuur,
Toegenomen risico op sociale strijd, zoals in 2023 waar protesten ontstonden tegen prijsverhogingen en subsidiesnoden binnen het IMF-programma die uit de hand liepen,
Aanzienlijke stijging van staatsschuld en aanvullende financiële kwetsbaarheid op de korte termijn.
Daarnaast is er kritiek dat interne revenue-enhancing maatregelen, verbetering van belastinginning en stimulans van lokale productie, wat alternatieven voor IMF-financiering had kunnen bieden.
De aankomende regering wordt opgeroepen tot:
Een brede debatronde met het volk over opties buiten IMF-financiering;
Actieve benutting van olie- en gastools voor binnenlandse ontwikkeling in plaats van garanties aan kredietverstrekkers;
Gerichte investeringen in onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur met leningen uit multilaterale partners zoals Wereldbank, IDB of bilaterale deals zonder zware conditionaliteiten;
Transparantie en verantwoording vooraf van uitgaven, met nadruk op beleidsalternatieven, niet enkel macro-ramingen.
Een econoom gaf aan: “Een tweede IMF-traject betekent weer bezuinigen op sociale programma’s, terwijl dat de oorzaken van de kloof niet wegneemt.”
“We moeten investeren in onze eigen productiekracht, agrarische toerisme en groene industrie – niet in een andere reeks leningen tegen strikte voorwaarden.”

Sheryl maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Contact: info@gfcnieuws.com of WhatsApp.