In een opiniestuk aan GFC Nieuws waarschuwt DNL-voorzitter ir. Dharm Mungra voor politieke inmenging bij de Centrale Bank van Suriname. Volgens hem zet het land daarmee zijn financiële toekomst op het spel.
Hieronder volgt zijn volledige visie op deze zorgwekkende ontwikkeling:
In Suriname is de politieke koehandel weer volop zichtbaar—en ditmaal met de Centrale Bank als inzet.
Ondanks de bepalingen van onze Bankwet uit 2005, die de onafhankelijke positie van deze monetaire autoriteit expliciet waarborgen, hebben coalitiepartijen na de verkiezingen de bank tot een onderdeel gemaakt van hun verdelingsmenu.
Deze keuze is meer dan onverstandig; ze ondermijnt fundamentele pijlers van financieel vertrouwen.
Internationale impact laat niet op zich wachten. Politieke inmenging in centrale banken staat wereldwijd synoniem voor verhoogd risico, dalend investeerdersvertrouwen en oplopende rentes.
De vervanging van een governor op politieke motieven is een signaal waar kredietbeoordelaars, multilaterale instellingen en kapitaalmarkten genadeloos op reageren.
Suriname zal dat vroeg of laat merken in de vorm van:
• Afkalvend vertrouwen van IMF en Wereldbank: Moeizamer toegang tot leningen, programma’s en multilaterale samenwerking;
• Negatieve kredietwaardigheid: Ratingbureaus zoals Moody’s en S&P zien onafhankelijk monetair beleid als hoeksteen van financiële stabiliteit;
• Terughoudende investeerders: Buitenlands kapitaal schuwt landen waar politieke bemoeienis het financieel bestuur destabiliseert;
• Monetaire instabiliteit en inflatierisico’s: Populistisch beleid—zoals ongedekt geld drukken—dreigt koopkracht en financiële buffers te ondermijnen;
• Verslechterde reputatie op markten: Hogere rentes op staatsobligaties en een verzwakte onderhandelingspositie.
De les van bijvoorbeeld Venezuela is pijnlijk duidelijk: politieke controle over de centrale bank leidde tot hyperinflatie, massale verarming, en een volledig ingestorte economie.
Ook Suriname heeft dit al enigszins ervaren ten tijde van een vorige NDP-regering. We mogen niet nogmaals dezelfde fout maken.
Wat staat er op het spel?
Suriname is juist op weg terug. Dankzij het IMF-hervormingsprogramma zijn rente-opslagen op obligaties gedaald en stijgt het investeerdersvertrouwen.
De groei in 2025 wordt voorzichtig geraamd op 3%, en de reserves zijn aan het stabiliseren.
Instrumenten als de Wet op Openbare Financiën en het Spaar- en Stabiliteitsfonds hoewel nog verre van volmaakt, verbeteren het beheer van toekomstige olie-inkomsten.
Maar dit herstel blijft fragiel zolang politieke druk toeneemt.
Een voorbeeld daarvan is het populistische RVI-programma, waarbij burgers via een digitale wallet royalties zouden ontvangen uit toekomstige olie-inkomsten.
Hoewel sociaal aantrekkelijk, ontbreekt het aan een juridische basis. Banken en investeerders twijfelen.
Dat de Hakrinbank onder druk zou staan om dit zonder due diligence uit te voeren, is zorgwekkend.
Dergelijke constructies kunnen zelfs leiden tot herkwalificatie van Suriname’s staatsschuld.
De rol van de Centrale Bank
Juist nu moet de Centrale Bank van Suriname als autonome en kritische waakhond optreden. Tegen risicovolle voorstellen. Tegen druk van politici. Voor de financiële gezondheid van het land.
Niet alleen omdat het wettelijk is voorgeschreven, maar omdat het een randvoorwaarde is voor economisch herstel, monetaire stabiliteit en internationaal vertrouwen.
Suriname is nog steeds geschorst bij het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI)—een signaal dat het vertrouwen in olie- en gastransacties wankel is.
Laat dat vertrouwen niet verder afbrokkelen door te tornen aan de onafhankelijkheid van onze centrale bank.
Laat deze instelling géén politiek wisselgeld worden. Niet vandaag, niet morgen.
“De centrale bank is geen politieke buit.”

Sheryl maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Contact: info@gfcnieuws.com of WhatsApp.