Michael Arnoldus Slory is vanmorgen overleden op 83-jarige leeftijd. Slory, die geboren was in het district Coronie, geldt als een van Suriname ’s grootste dichters.
Slory geldt als een van de belangrijkste dichters in het Sranan. Hij heeft daarnaast veel gepubliceerd in het Nederlands en het Spaans, en ook in het Engels. Hij is één van de meest gelauwerde dichters van Suriname.
Slory studeerde Spaans in Nederland en begon met drie bundels met overwegend politieke poëzie bij Uitgeverij Pegasus te Amsterdam: Sarka/ Bittere strijd (1961; onder het pseudoniem Asjantenoe Sangodare en met een inleiding van Theun de Vries), Brieven aan de Guerrilla (1968) en Brieven aan Ho Tsji Minh (1968).
Hij keerde naar Suriname terug – Theun de Vries verklaarde hem voor gek toen hij daartoe besloot – en schreef vanaf 1970 nog uitsluitend in het Sranan, te beginnen met Fraga mi wortoe (1970), een titel die letterlijk betekent: Vlag, mijn woord, maar die Slory vertaalde met: Laat mijn woorden klinken. Een twintigtal uitgaven in het Sranan volgde.
Slory heeft altijd de sociale en politieke actualiteit poëtisch van commentaar voorzien, niet enkel die van Suriname, maar van geheel Latijns-Amerika en zelfs die van ver daarbuiten: Vietnam (1972).
In de jaren tachtig nam Slory afstand tot het Sranan en is hij in het Spaans en Nederlands gaan schrijven. Volledig in het Spaans (voor het eerst in de Surinaamse letteren) is Poemas contra la agonía (Gedichten tegen de angst/ doodsstrijd, 1988).
Slory schreef in het Sranan ook enkele katernen met Kerst- en Paasgedichten, een bundel kinderverzen en ook korte prozastukken die voornamelijk verschenen in het dagblad De Ware Tijd.(GFC)