Voor een deel van de Surinaamse leerkrachten houdt het werk niet op zodra de laatste bel gaat. Na een dag vol lessen, toetsen en rapporten begint vaak een tweede shift: een bijbaan om het gezinsinkomen aan te vullen.
De realiteit is dat één salaris in het onderwijs voor velen niet meer voldoende is om de maand door te komen.
Docenten geven bijlessen in hun vrije uren, werken in winkels of doen administratief werk voor particuliere bedrijven.
Sommigen draaien zelfs avond- of weekenddiensten in callcenters. Het is een leven van plannen, rennen en telkens weer kiezen tussen rust en verantwoordelijkheid.
“Na schooltijd begint mijn tweede werkdag,” vertelt een onderwijzeres uit Paramaribo aan GFC Nieuws Lifestyle. “Ik probeer tijd te maken voor mijn kinderen, maar vaak moet ik nog opdrachten nakijken of bijverdienen om de rekeningen te betalen.”
Die voortdurende druk laat zich voelen. Velen spreken over vermoeidheid en het gevoel dat de dagen in elkaar overvloeien.
Toch geven de meesten niet op. Hun drijfveer blijft hetzelfde: hun gezin onderhouden én hun leerlingen blijven motiveren.
Schooldirecties tonen vaker begrip voor de situatie. Sommige proberen de werkdruk te verlichten of flexibelere roosters te bieden. Ouders hebben eveneens meer waardering voor wat leerkrachten dagelijks doorstaan.
Toch blijft het een wankel evenwicht. De Surinaamse leraar is vandaag niet alleen opvoeder, maar ook vechter, planner en volhouder ineen.
Tussen lesgeven, gezin en extra werk houden zij de samenleving draaiende, vaak zonder dat iemand het echt ziet.