Kuwait Airways mocht een Israëlische passagier weigeren, bepaalde een Duitse rechtbank. Als de vliegmaatschappij dat namelijk niet had gedaan, zouden er in het thuisland juridische consequenties gevolgd zijn.
Adar M., een Israëlische student die in Duitsland woont, had een vlucht geboekt van Frankfurt naar Bangkok met een tussenstop in de stad Koeweit. Enkele dagen vóór zijn vertrek werd zijn reservering geannuleerd omdat hij een Israëlisch paspoort had; hij werd overgeboekt naar een andere maatschappij.
Daar nam M. geen genoegen mee en hij klaagde het vliegbedrijf aan wegens discriminatie.
De rechtbank in Frankfurt wees zijn vordering af omdat onder de Duitse wet discriminatie verboden is op grond van ras, etniciteit of religie, maar niet vanwege nationaliteit.
Bovendien mocht de nationale luchtvaartmaatschappij van Koeweit op grond van een wet uit 1964 geen overeenkomsten aangaan met Israëli’s omdat Koeweit de staat Israël niet erkent.
De rechtbank vond dat niet van Kuwait Airways verwacht mocht worden dat zij de wet van haar eigen land overtrad.