“Inheemsen blijven zich aansluiten bij traditionele partijen die geen verandering brachten”

inheemsen protest

Nu de verkiezingen van 25 mei naderen, valt het op dat steeds meer Inheemse kandidaten zich verkiesbaar stellen – opvallend genoeg op de lijsten van traditionele partijen zoals de VHP, NDP, NPS en ABOP.

Partijen die de afgelopen decennia afwisselend aan de macht waren, maar waarvan critici stellen dat zij structureel tekort zijn geschoten in het verbeteren van de leefomstandigheden van Inheemse gemeenschappen.

Een treffend voorbeeld hiervan is de slechte staat van de weg van Zanderij naar Akarani, Bigi Poika. In het regenseizoen is de route vrijwel onbegaanbaar, en in het droge seizoen blijft ze gevaarlijk en verwaarloosd. Voor velen is deze weg een symbool geworden van verwaarlozing en politieke stilstand.

Critici plaatsen kanttekeningen bij het feit dat Inheemse kandidaten zich blijven aansluiten bij partijen die hun belangen in het verleden hebben genegeerd.

Is dit een strategische keuze om verandering van binnenuit teweeg te brengen, of eerder een uiting van politieke afhankelijkheid of een gebrek aan alternatieven?

Er heerst onder delen van de bevolking een gevoel van machteloosheid en herhaling van teleurstellingen. In de woorden van een burger: “Onder de NDP of NPS was het ook moeilijk, maar het voelde minder zwaar.”

Die uitspraak benadrukt de neiging om terug te grijpen naar vertrouwde structuren, ook als deze in het verleden onvoldoende resultaat opleverden.

Het wrange is dat er alternatieve partijen bestaan met frisse visies en een andere politieke koers, maar deze krijgen weinig ruimte of steun – ook niet binnen Inheemse kringen.

Zo blijft men gevangen in een vicieuze cirkel, waarbij dezelfde partijen steeds opnieuw het vertrouwen krijgen zonder structurele verbeteringen te leveren.

Volgens de critici is het tijd voor heroverweging en politieke moed: het durven kiezen voor andere routes en vertegenwoordigers.

De weg naar Bigi Poika is in die zin meer dan een slechte weg – het is een metafoor voor de politieke reis die Inheemse volken nog moeten afleggen naar echte vertegenwoordiging en zelfbeschikking.