De historische verbinding tussen Suriname en Nederland heeft een complex web van afhankelijkheden gecreëerd dat tot op de dag van vandaag doorwerkt op economisch, financieel, politiek en sociaal-cultureel vlak.
De beweringen van analist R. Pinas, die stelde dat de NDP-regering van 2015 tot 2020 noodgedwongen met China moest samenwerken in plaats van met Nederland wegens historische conflicten, roepen nieuwe vragen op.
Volgens hem is die keuze uiteindelijk positief uitgepakt, juist omdat “Europa langzaam afbrokkelt”.
Dat leidt tot een relevante discussie: kan Suriname écht vooruit zonder Nederlandse hulp? GFC Nieuws onderzocht.
De handelscijfers van 2023 geven in elk geval aan dat de relatie met Nederland nog steeds scheef is.
Nederland exporteerde voor €230 miljoen aan goederen naar Suriname, terwijl Suriname slechts €22 miljoen aan producten terugstuurde, blijkt uit cijfers van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland.
Het gaat daarbij vooral om vis, hout en wat groente. Nederland levert daarentegen dure machines en metaalproducten. Suriname blijft grondstoffen uitvoeren en producten met toegevoegde waarde terugkopen.
Deze afhankelijkheid beperkt de economische ruimte. Het model waarbij Suriname importeert wat het zelf niet produceert, voedt een consumptiemaatschappij zonder voldoende eigen productie.
Kapitaal vloeit weg, terwijl structurele ontwikkeling achterblijft.
Toch zijn er realistische alternatieven. Als Suriname inzet op economische diversificatie, denk aan duurzame landbouw, visserij, toerisme, houtverwerking en technologie kan het meer eigen waarde creëren.
De olie- en gassector biedt kansen, maar alleen als de opbrengsten goed beheerd worden via bijvoorbeeld een Sovereign Wealth Fund.
Ook het investeringsklimaat moet aantrekkelijker. Minder bureaucratie, snellere overheidsdiensten, duidelijkere regels en digitale processen kunnen meer investeerders aantrekken.
Tegelijk is goed bestuur noodzakelijk: transparantie, betrouwbare rechtspraak en een overheid die dienstbaar is aan burgers.
Regionale samenwerking speelt ook een rol. De relatie met Guyana kan verdiept worden, bijvoorbeeld via gezamenlijke infrastructuurprojecten of kennisdeling in de oliesector.
Met Frans-Guyana liggen er mogelijkheden voor grensoverschrijdende samenwerking en betere toegang tot de Europese markt.
Brede diplomatieke contacten met Brazilië, India, Japan, Zuid-Korea en het Midden-Oosten kunnen helpen om de afhankelijkheid van Nederland te verminderen, mits Suriname vasthoudt aan zijn eigen koers.
De toekomst ligt niet in het volledig afsnijden van banden, maar in het hervormen van oude relaties en het opbouwen van nieuwe.
Suriname kan zelf richting geven aan zijn ontwikkeling, op voorwaarde dat het investeert in eigen kracht, kennis, goed bestuur en slimme internationale samenwerking.

Jennifer Atmo is hoofdredacteur bij GFC Nieuws en een echte Surinamekenner. Ze schrijft graag over lifestyle en entertainment en is daarnaast voorzitster van KIVC, een organisatie die zich inzet voor maatschappelijke thema’s.
Voor contact: jennifer@gfcnieuws.com of direct via WhatsApp.