Volgens trendwatcher Patricia Wong is in Suriname een duidelijke verschuiving zichtbaar in hoe mensen omgaan met het gedrag van kinderen in de openbare ruimte.
Waar het vroeger vanzelfsprekend was dat een buurvrouw, winkelier of voorbijganger een kind terechtwees als het zich misdroeg, ligt dat vandaag een stuk gevoeliger.
“Er is minder ruimte om andermans kinderen aan te spreken zonder dat ouders zich aangevallen voelen,” zegt Wong in gesprek met GFC Nieuws Lifestyle.
Vaker klinkt de uitspraak “mi pikin no fu yu” – mijn kind is niet van jou – wanneer iemand zich mengt in de opvoeding van een ander.
Die uitspraak symboliseert volgens haar de groeiende behoefte aan autonomie binnen gezinnen, maar ook het afnemende vertrouwen in de samenleving.
Ouders hechten meer waarde aan hun eigen opvoedstijl en zien inmenging van buitenaf soms als kritiek of onnodige bemoeienis.
Toch wijst Wong erop dat deze ontwikkeling ook een keerzijde heeft.
“De sociale controle die vroeger hielp om grenzen aan te leren, verdwijnt langzaam. Dat heeft invloed op hoe kinderen zich in de samenleving bewegen,” legt ze uit.
In buurten en scholen leidt het onderwerp tot uiteenlopende meningen. Sommigen vinden dat alleen ouders het recht hebben hun kind te corrigeren, terwijl anderen juist pleiten voor meer gemeenschapszin.
De discussie toont volgens de trendwatcher aan hoe de Surinaamse samenleving verandert. Van een hechte gemeenschap waarin opvoeden een gezamenlijke verantwoordelijkheid was, naar een tijd waarin persoonlijke grenzen zwaarder wegen.
Het gesprek over wie een kind mag aanspreken is daarmee niet zomaar een opvoedkwestie, maar weerspiegelt bredere veranderingen in hoe Surinamers met elkaar samenleven.