In een WhatsAppgroep van enkele zakenlui in Suriname is deze week een opmerkelijke discussie gevoerd over de toekomst van Suriname.
Daarin werd gesteld dat het land nooit vooruitgang zal boeken ongeacht welke president aan het roer staat omdat een vermeende meerderheid van de bevolking zwakbegaafd zou zijn.
Dit beeld is niet alleen kwetsend, maar volgens onderzoek van GFC Nieuws ook volledig ongegrond.
Uit een analyse blijkt dat er geen enkele aanwijzing bestaat dat een groot deel van de Surinaamse bevolking een zeer laag IQ heeft.
Wat wél zichtbaar is, is dat een aanzienlijk aantal inwoners ongeschoold of laaggeschoold is. Ook ontbreekt bij velen een brede algemene ontwikkeling, vaak door weinig interesse in educatie of door sociaaleconomische omstandigheden.
Dit is echter wezenlijk verschillend van een medische of cognitieve beperking.
Zwakbegaafdheid wordt door specialisten omschreven als een IQ-score tussen 70 en 85, gecombineerd met duidelijke beperkingen in het dagelijks functioneren.
Dat is iets anders dan iemand die nooit de kans heeft gehad om onderwijs te volgen, of geen interesse heeft in kennisverrijking of onvoldoende geschoold is in taal, rekenen of wereldkennis.
Een laag opleidingsniveau of beperkte scholing zegt dus niets over iemands intellectuele vermogens, maar vooral iets over de omgeving waarin men opgroeit.
Suriname staat voor de uitdaging om in te zetten op beter onderwijs, scholingsprogramma’s en levenslange ontwikkeling.
Daarmee kan de kloof in kennis en vaardigheden worden verkleind.
Het stempel van zwakbegaafdheid is ongepast en doet geen recht aan de diversiteit en het potentieel dat in de Surinaamse samenleving aanwezig is.