Uit cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie blijkt dat ruim 90 procent van de heupbreuken bij ouderen het gevolg is van een eenvoudige val, vaak in huis of tijdens dagelijkse handelingen.
Een heupbreuk lijkt op het eerste gezicht een behandelbaar letsel, maar bij ouderen kan het ernstige gevolgen hebben.
Volgens verschillende medische onderzoeken overlijdt 20 tot 30 procent van de ouderen binnen een jaar na het oplopen van een gebroken heup.
De wereldbekende arts Peter Attia legt uit dat dit risico vaak wordt onderschat, terwijl het een duidelijk teken is van de kwetsbaarheid van het lichaam op hogere leeftijd.
De meeste overlijdens vinden plaats in de eerste zes maanden na het ongeval. Oorzaken zijn vaak complicaties die ontstaan tijdens het herstel, zoals longontsteking, infecties of bloedstolsels.
Daarnaast raken veel patiënten na de operatie minder mobiel, wat leidt tot spierverlies, verminderde eetlust en een algemene achteruitgang van de gezondheid.
Vooral ouderen die vóór de breuk al weinig spiermassa hadden of moeite hadden met bewegen, lopen een groot risico.
Artsen waarschuwen dat een heupbreuk bij ouderen niet alleen een botprobleem is, maar een signaal van algehele verzwakking van het lichaam.
Preventie is daarom noodzakelijk. Regelmatige lichaamsbeweging, krachttraining, een eiwitrijk dieet en voldoende vitamine D kunnen de kans op vallen en botbreuken sterk verkleinen.
Peter Attia pleit ervoor dat ouderen al ruim vóór zulke incidenten investeren in hun fysieke weerbaarheid.
“Spiermassa is een vorm van verzekering,” zegt hij. “Hoe sterker je bent op je zeventigste, hoe groter de kans dat je een val of operatie overleeft.”
De boodschap is duidelijk. Een heupbreuk is vaak het begin van een neerwaartse spiraal, maar met gerichte preventie kan dat risico aanzienlijk worden verminderd.




