De droom van een nieuw Dubai kan Suriname op een wankele koers zetten

Dubai

Terwijl Suriname op het punt staat van wat velen hopen dat een olie- en gasboom zal zijn, geeft columnist Kenneth Niekoop een schrijnende waarschuwing: ons land is dramatisch onvoorbereid om een dergelijke rijkdom duurzaam te benutten en loopt het risico de fouten uit het verleden te herhalen.

Hij bekritiseert met verve de populaire retoriek om een ‘nieuwe Dubai’ te worden en benadrukt dat ware nationale ontwikkeling fundamentele maatschappelijke en infrastructurele aanpassing vereist, niet alleen een focus op grondstoffenextractie.

Niekoop zegt aan GFC Nieuws dat het potentieel van de opkomende gas- en oliesectoren van Suriname pas echt kan worden gerealiseerd als het land een diepe transformatie ondergaat.

Dit omvat het aanpassen van het hele ecosysteem, van infrastructuur en huisvesting tot zakelijke omgevingen en sociale diensten, om de aanzienlijke instroom van buitenlandse arbeidskrachten, inwoners, investeerders en toeristen die een energieboom met zich mee zou brengen, vorm te geven.

“Het dagelijkse geklets over ons als nieuw Dubai moet stoppen,” verklaart de wijze columnist botweg.

“Onze samenleving is op niets voorbereid en we zijn slechts als vliegen op een hoop uitscheiding die hunkert naar potentiële inkomsten.”

Hij betoogt dat deze oppervlakkige focus de diepgewortelde voorbereidingen negeert die nodig zijn om zo’n snelle economische en demografische verandering te beheren.

In plaats van zich alleen te richten op de winning van hulpbronnen, pleit hij voor een bredere, meer gediversifieerde aanpak van nationale ontwikkeling.

Hij dringt er bij de Surinaamse overheid en de samenleving op aan om eerst de “opbouw van alle sectoren” te prioriteren.

Pas na zo’n fundamenteel werk zal volgens hem duidelijk worden “dat gas en olie een kleine meerwaarde zijn op weg naar duurzame ontwikkeling van de nog vrij jonge republiek.”

Een aanzienlijk gevaar is naar zijn zeggen om de verleiding om gas- en olie-inkomsten te beschouwen als een magische oplossing voor bestaande problemen, waardoor tekortkomingen uit het verleden worden goedgekeurd.

“De ernstigste fout,” waarschuwt hij streng, “is gas en olie te gebruiken als de oplossing om al onze beleidsmissers goed te keuren.”

Hij suggereert dat een dergelijke aanpak schadelijk zou zijn en de werkelijke voortgang naar robuuste, duurzame groei zou belemmeren.

Niekoops kritiek dient als een indringende herinnering dat ware nationale welvaart is opgebouwd op stevige fundamenten, gediversifieerde economische activiteiten en vooruitziendheid, in plaats van alleen op middelenwinst.

Hij sluit af met het stellen van een kritische vraag aan het nationale leiderschap en de burgers terwijl ze vooruitkijken naar de tweede helft van het decennium: “Quo vadis met Surinamers en het toekomstige beleid van 2025 naar 2030 toe?” (Waar gaan Surinamers naartoe met het toekomstige beleid van 2025 tot 2030?).

Foto ter illustratie