Een onderwijsagoog als minister van Onderwijs? Volgens columnist Kenneth Niekoop, die hierover sprak met GFC Nieuws, kan dat werken, maar alleen als de kandidaat bereid is snel nieuwe kennis op te doen en zich te laten bijstaan door ervaren adviseurs.
Een onderwijsagoog is iemand die dagelijks bezig is met het begeleiden van leerlingen, het verbeteren van de leeromgeving en het oplossen van problemen binnen scholen.
Dat is volgens hem een grote plus. Zo’n achtergrond betekent dat de minister precies weet wat er leeft in de klas, de obstakels kent waar docenten en leerlingen tegenaan lopen en een sterk oog heeft voor het welzijn van kinderen.
Dat kan leiden tot beleid dat dichter bij de praktijk staat en minder afstandelijk voelt.
Ook de kennis van leerprocessen, maatwerk en het begeleiden van verschillende soorten leerlingen kan vernieuwende ideeën opleveren.
Daarnaast zijn deze professionals gewend om te bemiddelen tussen ouders, leraren en schoolleiding, wat in de politiek een waardevolle eigenschap is.
Toch zijn er ook duidelijke uitdagingen. De overstap naar de landelijke politiek is groot. Een minister moet niet alleen verstand hebben van onderwijs, maar ook weten hoe wetten tot stand komen, hoe internationale samenwerking verloopt en hoe een miljardenbegroting wordt beheerd.
Bovendien vraagt het politieke spel om scherpe onderhandelingsvaardigheden, het vermogen compromissen te sluiten en om te gaan met stevige kritiek.
De kans van slagen hangt vooral af van hoe snel iemand zich kan aanpassen aan die nieuwe omgeving. Met een sterk team van experts op het gebied van wetgeving, financiën en strategie kan het volgens hem absoluut werken. Zonder die steun en zonder bereidheid om te leren, kan het echter een zware opgave worden.
De discussie maakt duidelijk dat de zoektocht naar een minister die zowel het hart van het onderwijs begrijpt als de bestuurlijke realiteit kan sturen, nog altijd actueel is.