Brunswijk uit kritiek op ‘groep Djojo’: verwachtingen blijven uit

Vicepresident en ABOP-voorzitter Ronnie Brunswijk heeft zijn onvrede geuit over de prestaties van Soeparmin Djojobesari, leider van de beweging ‘groep Djojo’.

Ondanks eerdere beloften dat de beweging een sterke Javaanse achterban van ruim 11.000 personen zou vertegenwoordigen, blijkt deze achterban grotendeels afwezig te zijn bij politieke bijeenkomsten en activiteiten.

In september van dit jaar kondigde de ABOP een samenwerking aan met verschillende organisaties, waaronder de ‘groep Djojo’, Nieuw Suriname, de Partij voor Democratie en Ontwikkeling (PDO) en Nieuwe Stijl KTPI (Oesman Wangsabesari).

De gezamenlijke inzet was om onder de vlag van de ABOP deel te nemen aan de verkiezingen van 25 mei 2025. Brunswijk benadrukte destijds dat elke partij, zelfs met een bescheiden bijdrage van 1.500 stemmen, al zou bijdragen aan een extra zetel in De Nationale Assemblee.

Echter, de verwachtingen rond ‘groep Djojo’ zijn tot nu toe niet waargemaakt. Djojobesari, die eerder de NDP verliet en zijn eigen beweging startte, stelde dat ontevreden leden uit verschillende politieke partijen zoals de NDP, Pertjajah Luhur en HVB zich bij hem hadden aangesloten.

Hij beloofde dat zijn beweging de ABOP zou versterken met een substantiële achterban. De realiteit blijkt anders, aangezien bijeenkomsten van de groep slechts een klein aantal aanhangers trekken.

Brunswijk heeft Djojobesari tot maart 2025 de tijd gegeven om zijn beweging te mobiliseren en concrete resultaten te tonen. “Als dit niet gebeurt, zullen we genoodzaakt zijn om ‘groep Djojo’ uit de samenwerking te verwijderen,” aldus de ABOP-voorzitter.

Hij benadrukte dat samenwerking en resultaten essentieel zijn voor het succes van de partij bij de aankomende verkiezingen.

Met de verkiezingen in zicht ligt de druk nu op Djojobesari om zijn beloften waar te maken en te bewijzen dat zijn beweging daadwerkelijk een politieke meerwaarde heeft.