“Brunswijk kiest voor macht boven land, het verraad was voorspelbaar”

brunswijk 1

De politieke soap rond het niet tekenen van het regeerakkoord door ABOP-voorzitter Ronnie Brunswijk heeft niet alleen verbazing en woede binnen zijn eigen partij opgeroepen, maar ook scherpe kritiek van politieke waarnemers.

Eén van hen, de bekende criticus N. Mohari, spreekt klare taal: “Het verraad was te voorspellen. Brunswijk heeft het simpelweg niet begrepen. Het gaat hem niet om het land of het volk, maar om macht, prestige en het strelen van zijn eigen ego.”

Volgens Mohari is Brunswijk structureel bezig met politieke sabotage, vermomd als leiderschap. “Wat we nu zien is geen verrassing, maar het logische gevolg van jarenlang politiek gedrag waarin persoonlijke belangen steevast boven nationale belangen worden gesteld.”

Ego boven volk

Het besluit van Brunswijk om zijn handtekening onder voorbehoud te plaatsen, zonder dit te communiceren aan de onderhandelingspartners of zelfs zijn eigen partijstructuren, is volgens Mohari het zoveelste bewijs van zijn onbetrouwbaarheid als bestuurder.

“Wanneer je in zo’n cruciaal moment – na uren onderhandelen en in aanwezigheid van meerdere partijvoorzitters – stiekem een voorbehoud plaatst, terwijl je weet dat je een mandaat hebt, dan speel je niet alleen met de geloofwaardigheid van je partij, maar ook met het vertrouwen van de samenleving.”

Mohari stelt dat Brunswijk altijd al de zwakke schakel was in het geheel: “De ABOP had nooit opnieuw betrokken moeten worden bij de coalitievorming. Deze partij draagt medeverantwoordelijkheid voor het rampzalig beleid van de afgelopen vijf jaar, waarin wanbeheer, belangenverstrengeling en corruptie hoogtij vierden.”

Politiek als persoonlijk project

De kritiek reikt verder dan dit incident. Mohari spreekt van een bredere trend: “Brunswijk ziet politiek als een persoonlijk project, niet als een dienst aan de natie. Zijn optreden getuigt van minachting voor democratische afspraken, partijdiscipline en bestuurlijke integriteit. Hij leeft in de illusie dat hij boven het systeem staat.”

Ook binnen de ABOP is het vertrouwen ernstig geschaad. De partijstructuren – met uitzondering van de Ouderenraad – nemen nadrukkelijk afstand van hun voorzitter, wat het interne leiderschap van Brunswijk ernstig onder druk zet.

Volgens Mohari is het tijd voor zelfreiniging binnen de partij: “De ABOP moet kiezen: blijft ze het vehikel van één man, of kiest ze voor politieke volwassenheid en geloofwaardigheid?”

Mohari roept ten slotte alle andere partijen op om heldere keuzes te maken. “Wie echt zegt te staan voor vernieuwing, transparantie en goed bestuur, moet daar ook de consequenties van durven dragen. Dat betekent: afstand nemen van politieke actoren die keer op keer laten zien dat ze niet gaan voor het algemeen belang.”

“Suriname staat voor grote uitdagingen. Wat we nu nodig hebben zijn leiders met visie, niet met een verborgen agenda. Het is tijd dat we stoppen met het normaliseren van politieke zelfverrijking vermomd als leiderschap.”