BINI: mishandelen journalist is een aanslag op de democratie

media pers jousnalist

GFC NIEUWSREDACTIE- Evenals alle andere organisaties en personen die zich inzetten voor democratie, goed bestuur en mensenrechten, is ook het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur (BINI) in Suriname geschokt door de brute wijze waarop journalist Jason Pinas is mishandeld door de entourage van de vicepresident van Suriname.

In haar schaduwrapport 2016-2020 voor de Universal Periodic Review over de staat van mensenrechten in Suriname (UPR), uitte Projekta, deel van BINI, al haar bezorgdheid over de toename van centralisatie van overheidsinformatie en de afname van bewegingsvrijheid van journalisten.

Projekta gaf aan dat, hoewel er geen formele barrières zijn voor journalisten in het uitoefenen van hun taak, en er geen officiële beperkingen aan de persvrijheid zijn, de afname van mogelijkheden om aan informatie te komen de democratie geen goed doet.

Dit geldt ook voor het feit dat sommige journalisten aangeven dat zij vaker te maken hebben met ‘informal pushback’- ze worden ‘vergeten’ op de uitnodigingslijsten voor persmomenten, of worden nooit teruggebeld. Het publiek is ook keer op keer getuige van het gebrek aan welwillendheid van de regering om informatie te delen: doorvragen tijdens persconferenties is haast onmogelijk, ook als de ondervraagde geen feitelijk antwoord geeft op de door de journalist gestelde vraag.

Een graadje erger is het als een regeringsleider valide vragen weg zet als ‘law law sani’, en zichzelf daarmee denkt te verschonen van zijn plicht om ons, burgers, van informatie te voorzien, en via de journalist, rekenschap af te leggen over zijn handelen.

Een ander punt van zorg welke werd gedeeld in de UPR is de toename van frivole rechtszaken door machthebbers tegen journalisten en opiniemakers, zoals we afgelopen week zagen in het geval van de rechtszaak aangespannen door de Minister van Volksgezondheid naar aanleiding van de typering ‘narcist’ door een opiniemaker.

Het incident tussen de beveiliging van de Vice-President en Jason Pinas versterkt onze zorg over de staat van onze democratie in het algemeen en de staat van de persvrijheid en ons recht op informatie (waar meneer Pinas voor werkte op dat moment) in het bijzonder.

Wij verwachten dat de regering van Suriname een duidelijk standpunt over deze aanslag op onze democratie inneemt, en dat zij beseft: geen standpunt is ook een standpunt.