Bewegen, gezond eten en denken vertragen cognitieve achteruitgang, volgens nieuwe studie

brein hersens scan

Een gloednieuwe studie biedt hooprijke inzichten voor het vertragen van cognitieve achteruitgang bij ouderen.

In de U.S. POINTER-trial werden ruim 2.100 deelnemers tussen 60 en 79 jaar gedurende twee jaar gevolgd.

Deelnemers in een gestructureerd leefstijlprogramma lieten aanzienlijke verbeteringen zien in hun cognitieve prestaties, wat overeenkomt met een vertraging van de cognitieve veroudering met één tot twee jaar.

Naast fysieke beweging omvatte het interventieprogramma voeding volgens het MIND-dieet, breintraining, sociale betrokkenheid en regelmatige gezondheidsbeoordelingen.

Ook deelnemers die een zelfgekozen leefstijl volgden meldden positieve effecten, alhoewel minder uitgesproken dan bij het gestructureerde programma .

Deze resultaten werden gepresenteerd op de Alzheimer’s Association International Conference 2025 in Toronto en gepubliceerd in JAMA, wat het de eerste grootschalige klinische studie maakt die aantoont dat toegankelijke leefstijlinterventies de cognitieve gezondheid op grote schaal kunnen beschermen.

Belangrijk is dat ook deelnemers met een genetisch risico baat hadden bij het programma.

De studie benadrukt dat zelfs relatief eenvoudige aanpassingen in dagelijks gedrag zoals regelmatige lichaamsbeweging, gezonde voedingskeuzes, sociale interactie en cognitieve stimulatie, een positief effect kunnen hebben op het brein.

Dit is een duidelijk signaal voor beleidsmakers, artsen en zorgverleners om leefstijlinterventies te integreren in preventieve zorg voor ouderen.

De onderzoekers volgen de deelnemers nog vier jaar op om te beoordelen of de verbeteringen leiden tot een daadwerkelijke vertraging van dementieopkomst.

Mocht dat zo zijn, dan kan dit model wereldwijd worden opgeschaald als een kosteneffectieve strategie voor cognitieve gezondheid onder ouderen.

Met deze studie krijgen we concrete ondersteuning dat leefstijl niet alleen voorkomt dat de hersenen verslappen, maar ook actief verbetert.

De auteurs hopen dat deze levensvatbare aanpak de basis vormt voor nieuwe richtlijnen en aanbevelingen binnen ouderenzorg.