GFC NIEUWSREDACTIE- Als Suriname het maximale wil halen uit de offshore olie-industrie kan het niet anders: de Surinamerivier moet gebaggerd worden. Dat benadrukt nautisch specialist Remy Vijzelman.
Na de grote olievondsten op zee van de afgelopen jaren maakt Suriname zich momenteel klaar voor de offshore olie-industrie. Het baggeren van de Surinamerivier dat ook genoemd wordt in het herstelplan maakt deel uit van die voorbereidingen en is een cruciaal onderdeel hiervan. Zo kan het land het onderste uit de kan halen.
“Als wij onvoldoende diepgang hebben voor de schepen zouden oliemaatschappijen hun shorebased services elders vandaan halen, misschien Trinidad ofzo. En dat zou heel jammer zijn, want Suriname zou daarmee een hele grote kans missen om zijn nationaal product te vergroten”, licht Vijzelman toe.
Het baggeren heeft vele voordelen, economische en maatschappelijke. Zo zorgt het baggeren van de rivier er ook voor dat er meer werkgelegenheid gecreëerd wordt. De vraag naar lokale bedrijven voor het verlenen van diensten aan oliemaatschappijen zal namelijk groot zijn.
De regering heeft er een punt van gemaakt zoveel mogelijk lokale ondernemers te laten meedelen in de economische activiteiten van deze industie. “Men wil 60 procent local content hebben. Die haal je niet als je niet baggert”, onderstreept Vijzelman nogmaals.
Voor de toegankelijkheid van schepen is het baggeren essentieel. Vijzelman: “Omdat er nu een grotere drang is naar meer efficiëntie en betere vrachttarieven, zijn er nu grotere schepen nodig. Men komt niet meer met schepen van 400 of 200 containers. Men komt nu met schepen van 1.200 tot 2.000 containers en die hebben wat meer diepgang nodig.”
Dat is goed voor de economie. Doordat grotere schepen de haven binnen kunnen komen, zullen producten goedkoper in en uit het land vervoerd worden. Dat komt de import en export ten goede.
“De importtarieven gaan omlaag, maar ook de export zal hiervan profiteren, doordat tarieven omlaaggaan. Exporteurs zullen beter in staat zijn om te concurreren met andere landen in de regio die dezelfde producten maken en exporteren.”
Nog een bijkomstigheid is dat de moeilijkheden van een getijhaven nu tot het verleden zullen behoren. “Schepen varen hier alleen in en uit als het hoogwater is. Als wij baggeren, hoeven schepen niet meer tot het uiterste hoogwater te wachten om in en uit te varen. Dat betekent ook dat we als haven efficiënter worden, schepen minder lang hoeven te wachten op hoogwater of helemaal niet. Dat zal allemaal doorwerken in de vrachttarieven en efficiëntie van de haven in z’n totaliteit.”
Er is wel een maar: de nautisch specialist had graag gezien dat er gebaggerd was tot een diepte van 5,5 meter in plaats van 4,5 meter.
Jennifer Atmo is de hoofdredacteur bij GFC Nieuws. Ze beschrijft zichzelf als een echte Surinamekenner en heeft een passie voor lifestyle en entertainment-onderwerpen. Buiten haar rol in de media is Atmo tevens de voorzitster van KIVC, een organisatie die zich inzet voor maatschappelijke zaken.
Voor contact: jennifer@gfcnieuws.com