De afgelopen week bereikte ons het droevig bericht dat August Biswamitre, de eerste minister van Arbeid, in zijn woonplaats in Nederland is heengegaan in de gezegende leeftijd van 91 jaar. Biswamitre was 43 jaar toen hij op 5 maart 1969 benoemd werd tot minister van Arbeid en Sociale zaken in het zakenkabinet onderleiding van premier Arthur May.
Als voorzitter van de Vereniging van Hogere Ambtenaren was hij het meesterbrein achter de algemene stakingen van februari 1969 die ten slotte de val van premier Pengel bewerkstelligde. Na de val van het kabinet stelde de gouverneur, Johan Ferrier, een tussentijds kabinet in dat binnen 8 maanden vroegtijdige verkiezingen moest voorbereiden. De ex-voorzitter van de Staten van Suriname, Huerta Bergen, was belast met het formeren van dit Zakenkabinet dat binnen acht maanden nieuwe verkiezingen moest uitschrijven, wat ook gebeurde.
Bij het horen van verscheidene maatschappelijke groepen, hebben deze in het belang van de gewenste sociale rust in ons land een beroep gedaan op de formateur om een apart ministerie van Arbeid in te stellen dat geleid moest worden door een persoon die deskundig is en die affiniteit moest hebben met de strijd van de werkende klasse. Alle ogen waren gericht op de vakbondsman -die niet op zijn mondje was gevallen- en die van huis uit sociaal psycholoog was.
Hij bleek de meest geschikte kandidaat te zijn voor de formateur om leiding te kunnen geven aan een ministerie dat nadrukkelijk Arbeid in zijn portefeuille zou hebben. Het bestaande Ministerie van Sociale Zaken en Arbeid werd door de formateur veranderd in het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken dat geleid mocht worden door Biswamitre.
Na de verkiezingen van 24 oktober 1969 werd het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken gesplitst in twee afzonderlijke ministeries en Biswamitre kwam terug als minister van Arbeid in het kabinet onder leiding van premier Jules Sedney. Met de splitsing was het ministerie van Arbeid gevestigd. Volkshuisvesting werd toen nog toegevoegd aan de portefeuille van het ministerie.
De officiële instelling van het ministerie werd geformaliseerd op 27 januari 1970. Hiermee was Biswamitre officieel de eerste minister van Arbeid. Niet lang na zijn ministerschap in het kabinet Sedney vertrok hij naar Nederland waar hij is gaan werken bij de subfaculteit der Pedagogische en Andragogische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit te Leiden.
Op het ministerie was “Versobering en Objectiviteit” richtlijn van zijn beleid. Hij heeft als minister vooral het accent gelegd op de interne organisatie van het ministerie met de bedoeling slagkracht te ontwikkelen. Zijn eerste daad was het hergroeperen van de verschillende diensten en afdelingen in twee directoraten, namelijk: Arbeidsvoorziening, en Arbeidsbescherming.
De Arbeidsinspectie die vanaf 1947 bestond werd ondergebracht bij Arbeidsbescherming. Zijn grootste uitdaging was het verbeteren van het functioneren van deze dienst die toen niet in staat bleek te zijn werknemers te beschermen tegen uitbuiting en misstanden op de werkvloer. Vakbonden drongen publiekelijk aan op beter functioneren van het inspectieapparaat.
Afgezien van slechte werkomstandigheden, erbarmelijke sociale voorzieningen en extreem lage lonen in diverse ondernemingen binnen de particuliere sector, vond de vakbeweging dat er nog sprake was feodale arbeidsverhoudingen, dit terwijl de Arbeidsinspectie deed alsof haar neus aan het bloeden was.
Ter verbetering van de dienstverlening heeft Biswamitre een beroep gedaan op expertise van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) om te helpen met het upgraden van het niveau van de controleurs. Er volgde een praktijkgerichte training -ontwikkeld en verzorgd door ILO-experts- voor de controleurs. Om een intensievere en doeltreffende dienstverlening te bevorderen heeft hij het korps van controleurs verdubbeld. Via de radio heeft hij voorlichting over rechten en plichten van werknemers en werkgevers ter hand laten nemen.
Na deze voorbereiding gaf hij opdracht om de controle in bedrijven op te voeren, maar de Bond van Kontroleurs bij de Arbeidsinspectie (BKA) heeft zijn voortvarendheid gedwarsboomd door eerst verbetering van de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden voor de controleurs te eisen, alvorens uit te rukken. De eisen waren: salarisaanpassing, kledingtoelagen en vrije medische behandeling voor hen en hun gezinnen.
Biswamitre had begrip voor de eisen, maar was minder succesvol ter inwilliging van de wensen van de bond. Minister Soewarto Moestadja heeft ter erkenning en waardering aan alle gewezen ministers van Arbeid, aan het begin van dit jaar een fotogalerij in gebruik genomen bestaande uit hun foto’s die prijken op het ministerie. Biswamitre vormt de aanhef van deze galerij. Het ministerie heeft tot nog toe 27 ministers gekend.
Als vakbondsman was Biswamitre gebrand om af te rekenen met het kolonialisme. Het systeem van politieke partijen beviel hem niet, omdat het systeem volgens hem niet bij machte was welzijn te bevorderen voor de werkende klasse. Hij geloofde in de macht van de vakbeweging die voor een sociale doorbraak zou kunnen zorgen. De strijd tegen het kolonialisme bestond voor hem uit twee fases: ten eerste de strijd tegen de kolonisator.
Deze strijd had volgens hem al geresulteerd in het Statuut en zou uiteindelijk resulteren in een volledige onafhankelijkheid. Die strijd noemde hij de externe strijd. De tweede fase noemde hij een interne strijd, namelijk het ombuigen van de koloniale mentaliteit die Surinaamse politici zich hadden toegeëigend, ook wel dekolonisatie van de geest genoemd.
Geschreven door Imro Smith, kenner van de Surinaamse arbeidshistorie .
(GFC)