De tussentijdse verkiezingen in de Verenigde Staten zijn uitgekomen op een soort gelijkspel: de Democraten veroverden het Huis van Afgevaardigden, maar de Republikeinen verstevigden hun greep op de Senaat.
Het Huis en de Senaat zijn de twee kamers van het Amerikaanse parlement, dat in de VS het Congres wordt genoemd. Het Huis van Afgevaardigden kan worden vergeleken met de Nederlandse Tweede Kamer, de Senaat met de Eerste Kamer.
Nu de Democraten het Huis in handen hebben, zal Donald Trump flink rekening met hen moeten houden.
De Republikeinen zullen niet langer in staat zijn om wetgeving buiten de Democraten om door te drukken: wetten moeten immers door beide kamers worden goedgekeurd. Trump zal dus, om wetten door het Congres te krijgen, met de Democraten moeten sparren.
De nieuwe Democratische meerderheid krijgt ook de macht om te dagvaarden, en daarmee zullen zij de regering veel agressiever kunnen controleren.
Met de Senaat in hun zak zullen de Republikeinen hun stempel blijven drukken op bijvoorbeeld belangrijke benoemingen, zoals in het Hooggerechtshof.