De recente uitspraken van artiest Arnold ‘Kadensi’ Boekoeroe over ABOP-voorzitter en vicepresident Ronnie Brunswijk zorgen voor grote beroering in politieke en maatschappelijke kringen.
Kadensi, die eerder betrokken was bij de politiek als kandidaat-DNA-lid, haalde hard uit naar Brunswijk door te stellen dat deze “geen visie” heeft en verwees spottend naar diens “koelkast vol steak maar zonder visie”.
“Mi bo tyari visie gi a man,” aldus Kadensi tijdens een openbare toespraak, waarmee hij naar eigen zeggen de politieke leegte van de vicepresident aan de kaak wilde stellen.
De uitlatingen zijn bij veel burgers en met name onder de ABOP-achterban in het verkeerde keelgat geschoten. Zij spreken van respectloos, kwetsend en zonder inhoudelijke bijdrage aan het nationale debat.
De woede is des te groter omdat de opmerkingen niet alleen persoonlijk zijn, maar ook als neerbuigend en elitair worden ervaren.
“Dit is Sranan politiek met vuilsmijterij. Iedereen wil scoren op het podium, maar niemand vertelt ons wat hun plannen zijn voor de middenklasse en arme mensen,” stelt een burger fel.
De situatie escaleerde online, waar burgers elkaar in felle bewoordingen in de haren vlogen. Sommige burgers wezen op Kadensi’s verleden en het feit dat hij door de Franse justitie wordt gezocht wegens drugssmokkel.
“Kadensi is tot acht jaar veroordeeld in Frankrijk. Is dit het voorbeeld dat wij willen zien in de politiek?”, vraagt een burger zich openlijk af.
Anderen haalden herinneringen op aan een moment uit het verleden, toen Brunswijk tijdens het presidentschap van Venetiaan ook werd beticht van visieloos leiderschap.
Zijn toenmalige reactie: “Ik heb wel visie. Anjoemara, piering, en ook toekoenarie in het binnenland.” Sommigen zien die uitspraak nu als symbolisch voor zijn betrokkenheid bij de ontwikkeling van het binnenland, terwijl anderen het afdoen als populisme.
“Na 25 mei zullen we zien wie visie heeft. Zet een garnaal in heet water en hij verandert automatisch in de kleur van de VHP,” sneerde een ABOP-aanhanger op sociale media, verwijzend naar de vermeende sympathieën van Kadensi voor de regeringspartij.
Hoewel Kadensi zichzelf profileert als een politiek betrokken artiest met een eigen “visie”, vragen critici zich af of hij die daadwerkelijk helder kan formuleren.
“Kadensi, kan jij dat op papier zetten? Kan je je visie presenteren aan het volk in plaats van holle kreten te roepen?”, luidt het verwijt.
De kritiek beperkt zich niet tot de inhoudelijke holheid van de uitspraken. Ook de keuze van politieke partijen om mensen met een dubieuze achtergrond een podium te geven, wordt als problematisch ervaren.
“Een partij die iemand op een internationale opsporingslijst een platform biedt, doet zichzelf de das om. Wat voor signaal geeft dat aan de jeugd?”, stelt een burger met verwijzing naar de VHP.
Desondanks zijn er ook gematigde stemmen. Sommigen geven aan dat kritiek op politieke leiders legitiem is, maar dat die kritiek inhoudelijk en met respect moet worden gebracht.
“Ronny is niet mijn favoriet, maar Kadensi zou beter zijn tijd besteden aan scholing in de politieke basis. Je bent niet dom, maar je gedraagt je nu wel zo,” zegt een burger.
