In Suriname hoor je het vaak. “Mijn oma rookte en dronk en ze is toch oud geworden.” Het klinkt als bewijs dat roken en drinken niet zo slecht zijn.
Sommigen zeggen zelfs dat ze iemand kennen die gezond leefde en toch jong stierf. Volgens velen is dat het bewijs dat leefstijl weinig uitmaakt.
Maar uit onderzoek van GFC Nieuws blijkt dat dit een grote denkfout is en zelfs gevaarlijk.
Dit verschijnsel heet survivorship bias. We horen vooral de verhalen van mensen die het hebben overleefd.
De duizenden anderen die vroeg stierven aan longziekten, hartproblemen of leveraandoeningen horen we niet meer.
Daardoor lijkt het alsof roken en drinken weinig kwaad doen, terwijl het tegendeel waar is.
Ook is één voorbeeld, zoals een honderdjarige roker, geen bewijs dat het ongevaarlijk is.
Wetenschap kijkt naar grote groepen, en die tonen duidelijk aan dat roken en veel alcohol de levensverwachting gemiddeld flink verkorten.
Sommige mensen hebben geluk of sterke genen. Anderen leefden vroeger rustiger, met meer beweging en minder stress. Dat kan de schade soms compenseren. Maar dat zijn uitzonderingen, geen regels.
Zoals iemand die zonder gordel een ongeluk overleeft niet bewijst dat gordels onnodig zijn, zo bewijst één oude roker niet dat roken veilig is.
In Suriname mag deze gedachte daarom best kritisch bekeken worden. Voor elke senior die honderd werd met een sigaar in de hand, zijn er tientallen anderen die het niet haalden.
Gezondheid blijft een samenspel van genen, geluk en verstandige keuzes.




