In een open brief die door bestuurskundige Eugène van der San aan GFC Nieuws is gestuurd voor publicatie, richt hij zich tot de voorzitter van De Nationale Assemblee, Ashwin Adhin, over de totstandkoming van de wet “Rechtspositie Rechterlijke Macht”.
Volgens hem is deze wet onverantwoord tot stand gekomen, in strijd met de grondwet en de beginselen van behoorlijk bestuur.
Van der San waarschuwt dat de rechterlijke macht hiermee zichzelf bevoordeelt en de grenzen van de Trias Politica overschrijdt.
Een open brief aan de voorzitter van De Nationale Assemblee!
Het betreft de totstandkoming van de ”wet Rechtspositie Rechterlijke Macht”. Dit ontwerp is toentertijd geredigeerd door functionarissen op het Hof van Justitie en aangeboden aan De Nationale Assemblee, althans aan twee leden die het als initiatiefwetsvoorstel conform artikel 78 van de grondwet, ter behandeling aan De Nationale Assemblee hebben voorgelegd.
Het bijzondere hieraan is dat de rechterlijke macht zelf invulling heeft gegeven aan haar bezoldiging die bij wet tot stand moet komen, terwijl de inhoud in strijd is met de grondwet.
Deze twee initiatiefnemers dragen de verantwoordelijkheid hiervoor.
Wettelijk Kader
1. De Grondwet van de Republiek Suriname ( S.B.1987 no.116, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.2023 no. 157 );
2. Het Reglement op de Inrichting en Samenstelling van de Surinaamse Rechterlijke Macht (G.B. 1935 no.79, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 1994 no.17);
3. Personeelswet (G.B. 1962 no. 195, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.2023 no. 102);
4. Het Staatsbesluit Vormgeving, Wettelijke Regelingen Staats- en Bestuursbesluiten (S.B.1996 no.54, laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2023 no. 106).
Geachte Voorzitter,
De hoger aangehaalde wet is niet alleen onverantwoordelijk maar ook in strijd met de grondwet tot stand gekomen en binnen dat proces doorgedrukt alsof wij in een land wonen waar geen beschaving meer heerst.
Wij zijn de afgelopen periode in een samenleving terechtgekomen waarin de burgers immuun zijn geworden voor wat goed of slecht is in het land.
In de Memorie van toelichting, de onderdelen
A. Algemeen, wordt gemotiveerd waarom binnen de Trias Politica een goed functionerende rechterlijke macht essentieel is voor de beleving van de rechtsstaat.
Inderdaad, de rechtsstaatgedachte in de vorm van een nobel streven in een democratisch staatsbestel, kan alleen goed gedijen als wij uitsluitend te doen hebben met competente, integere, onafhankelijke en onpartijdige rechters.
Naar aanleiding van zaken die in onze samenleving plaatsvinden, is de vraag over onpartijdige rechters, nog steeds niet ondubbelzinnig beantwoord. Ook de vraag over de hoge eisen gesteld aan het Hof van Justitie beheerst de gemoederen in delen van onze samenleving.
Uit het relaas vanuit het algemeen deel van de Memorie van Toelichting kan als notoir feit worden vastgesteld dat met 30 (dertig) rechters de werkdruk inderdaad hoog kan zijn. Dit geldt voor de rechterlijke macht met rechtspraak belast of procureur-generaal bij het Hof van Justitie artikel 141 lid 1 van de Grondwet.
De grondwetgever heeft bepaald in artikel 141 lid 3 dat aan deze groep rechterlijke functionarissen de geldelijke voorzieningen ten behoeve van hen en hun nabestaanden bij wet geregeld moeten worden. De vigerende wet hieromtrent (S.B. 2024 no.158 ) is in strijd met de grondwet en alle algemene beginselen van behoorlijk bestuur tot stand gekomen.
B. Het Openbaar Ministerie is de instantie in Suriname, die belast is met het opsporen, nasporen en vervolgen van strafbare feiten. Allemaal leuk en waar maar dit hoort niet thuis in de bepaling van artikel 141 lid 3 van de grondwet.
De aangehaalde motiveringsbeginselen rechtvaardigen niet dat op de overige leden van het Openbaar Ministerie in strijd met de grondwet de voorzieningen ook op hen van toepassing worden.
Komt nog bij, de roekeloze wijze waarop wordt ingegrepen in de rechtspositie van deze ambtenaren die krachtens de personeelswet een arbeidsplicht hebben om met pensioen te kunnen gaan bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar.
Omdat deze voorziening maar één doel moest dienen namelijk de leeftijd van de procureur-generaal geregeld in het reglement “Inrichting samenstelling van de Surinaamse Rechterlijke Macht” laatstelijk gewijzigd bij (S.B. 1994 no. 17 artikel 14a) stellende de pensioengerechtigde leeftijd van de president, vice-president, en de leden van het Hof van Justitie wordt gesteld op zeventig jaar en die van de procureur-generaal bij het Hof van Justitie op vijf en zestig jaar, op te trekken naar 70 jaar. Dit doel moest bereikt worden.
De wet is onhoudbaar in de samenleving.
De Nationale Assemblee is op grond van haar eigen staatsrechtelijke verantwoordelijkheid als onderdeel van de wetgevende macht verplicht om een wet die van alle kanten in strijd is met de grondwet en andere wettelijke regelingen, in het belang van het landsbestuur, in te trekken of voor te leggen aan het Constitutioneel Hof.
Hierna kan op een ordentelijke wijze worden goedgekeurd de wet regelende de financiële rechtspositie van de rechterlijke macht met rechtsspraak belast krachtens artikel 141 lid 3 en een wet ten behoeve van het Openbaar Ministerie hoewel, grondwettelijk niet verplicht, maar wel raadzaam.
Te meer het hier betreft de rechterlijke macht, één van de pijlers binnen de Trias Politica (de scheiding der machten) moet met de hoogst mogelijke zuiverheid van denken worden gehandeld.
Daarbij zullen de leden van het Openbaar Ministerie moeten worden gekwalificeerd ingevolge artikel 2 van de Personeelswet tot “Bijzondere categorieën landsdienaren” met een pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar.
Tenslotte:
In de vigerende wet wordt een toelagen-regiem gehanteerd dat nergens in de wereld van een geciviliseerde samenleving bestaat waarbij toelagen worden getoucheerd in sommige gevallen zelfs meer dan 150% van het salaris van de belanghebbende in een onder ontwikkeld land als de onze. Dit toelagen-regiem zal moeten worden gereduceerd tot normale proporties.
Artikel 55 in de grondwet van de Republiek Suriname mag verder niet als een dode letter worden beschouwd.
1. De Nationale Assemblee vertegenwoordigt het volk van de Republiek Suriname en brengt de soevereine wil van de natie tot uitdrukking.
2. De Nationale Assemblee is het hoogste orgaan van de Staat.
We moeten oppassen in dit land dat de rechterlijke macht zelf wetten voor ons gaat maken om in 2e instantie op ons toe te passen. Het moet niet gekker worden.
Eugène van der San
(Bestuurskundige)