Het veelbesproken Royalty’s Voor Iedereen-programma werd ooit aangekondigd als hét middel om burgers direct te laten delen in toekomstige olie-inkomsten.
In het onderstaande opiniestuk zet Eduard Hartgens uiteen hoe de belofte van financiële zekerheid in de praktijk veranderde in teleurstelling en wantrouwen.
Volgens hem is het RVI-programma een voorbeeld van grootspraak dat weinig meer opleverde dan frustratie.
Van gouden bergen naar lege handen: de flop van het RVI-programma
Daar stond hij dan, de grote belofte van de vorige regering: het Royalty’s Voor Iedereen-programma. Klinkt mooi, toch? Elké Surinamer, jong of oud, zou rechtstreeks profiteren van de olie-inkomsten.
Een soort nationale jackpot, een bon uit de hemel, 750 US$ per persoon. Omgerekend naar SRD natuurlijk, want van US dollars houden de heren aan de macht zelf iets te veel.
Maar nu? Het hele circus is “on hold” gezet. Registratie stopgezet, uitbetalingen stopgezet. Alleen de mooie praatjes draaien nog door.
En de minister van Financiën en Planning zegt er droogjes bij: “We gaan evalueren.” Dat is politieke taal voor: we hebben onszelf in de nesten gewerkt en weten niet meer hoe we eruit komen.
Hakrinbank, de enige bank die het lef had om mee te doen, was zelfs al begonnen met de registratie en uitbetaling van de eerste groep, de 80-plussers.
Maar ook daar ging de deur abrupt dicht. De bank meldt netjes dat het programma door het ministerie van Financiën en Planning ‘on hold’ is gezet. Oftewel: zoek het maar uit, wij zijn er klaar mee.
Bij de lancering, kort voor de verkiezingen van 25 mei, werd het nog mooier voorgesteld. Het RVI-certificaat zou niet zomaar een bonnetje zijn, maar een officieel aandeel ter waarde van 750 US$.
Met een zogenaamd referentiebedrag van 1.275 US$. Elk jaar zou er 7 procent rente bijgeschreven worden. Vanaf 2028 zou je die rente kunnen opnemen.
En wie het geduld had tot 2035, zou zelfs beloond worden met een top-upbonus van 150 US$. Dan zou je aandeel groeien tot 1.425 US$. Het klonk allemaal alsof de oliedollars al op de rekening van het volk stonden.
Alleen één klein detail: de olie-inkomsten uit Blok 58 worden pas vanaf 2028 verwacht. Dus opname van het geld is voorlopig onmogelijk. Wat de regering feitelijk deed, was luchtkastelen verkopen met een strik erom.
Oud-minister van Financiën, Stanley Raghoebarsing, meldde trots dat tot 30 juni maar liefst 61.920 personen zich hadden geregistreerd. En dat 3.318 ouderen hun certificaat al hadden ingeruild voor geld bij de Hakrinbank.
De rest van de banken weigerde mee te doen, juist omdat er géén wettelijke basis is. Die banken zagen de risico’s wél, maar de regering dacht daar anders over.
En zo komt de aap uit de mouw. Geen wet, geen geld, geen structuur. Alleen een berg certificaten en een hoop gefrustreerde burgers.
Het programma dat “iedereen” zou verheffen, is in werkelijkheid niet meer dan een verkiezingsstunt. Een haastig in elkaar geflanst plan, bedoeld om stemmen te trekken en hoop te verkopen.
Het volk klampte zich echter vast aan de belofte. Want wie zegt nee tegen 750 US$ cadeau? Voor een gezin van vijf is dat ruim 3.500 US$. Daar kun je je huishouden een flinke adempauze mee geven.
Maar nu blijkt het een luchtbel. Ouderen die al bij de bank stonden, worden met lege handen naar huis gestuurd. Jongeren mogen dromen tot 2028, en misschien nog veel langer.
Misschien moeten we ophouden met dit soort schone schijn en meteen eerlijk zijn: Suriname heeft wel olie, maar nog geen plan.
Geen fonds, geen wet, geen transparante verdeling. Alleen grootspraak, valse hoop en een beerput aan wanbeleid.
Dus, regering, wees eerlijk: stop met het volk voor de gek houden. Zet het programma niet “on hold”, maar schuif het definitief de doofpot in bij de rest van de mislukte projecten.
Het volk verdient tenminste duidelijkheid in plaats van een sprookje dat al bij voorbaat niet te verwezenlijken is.
“Royalty’s Voor Iedereen”? Nee, Royalty’s Voor Niemand. Want wat hier is uitbetaald, is geen geld, maar puur politiek opportunisme, en dat blijft, wie er ook regeert, een dure rekening voor het volk.