Wie in Nederland de tank volgooit, merkt het meteen in de portemonnee.
Met een gemiddelde prijs van €1,90 per liter Euro 95 staat Nederland in augustus 2025 op de tweede plaats van duurste landen in Europa, net achter Denemarken met €1,94.
Dat blijkt uit een recent overzicht van Europese brandstofprijzen, bevestigd door cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en internationale markttrackers.
Opvallend is het grote verschil met buurlanden. In België ligt de prijs rond €1,54 per liter en in Duitsland gemiddeld €1,64.
Voor automobilisten in de grensstreek loont het daardoor om over de grens te tanken. Bij een volle tank van 75 liter kan het prijsverschil oplopen tot ruim dertig euro.
De hoge Nederlandse prijzen worden voor een groot deel veroorzaakt door belastingen. Meer dan zestig procent van de literprijs bestaat uit accijnzen en btw.
Sinds de energiecrisis van 2022 geldt er een tijdelijke verlaging van de accijns, maar die loopt eind 2025 af.
Volgens berekeningen van het ministerie van Financiën kan de prijs hierdoor met ongeveer 25 cent per liter stijgen. Daarmee komt de pompprijs in veel gevallen boven de twee euro.
Internationaal spelen ook olieprijzen en wisselkoersen een rol, maar in Nederland drukken vooral de fiscale keuzes zwaar door.
Voorstanders wijzen erop dat deze belastinginkomsten gebruikt worden voor wegenonderhoud en investeringen in duurzame mobiliteit. Critici benadrukken dat huishoudens met een smalle beurs hierdoor extra onder druk staan.
Hoewel de prijzen dit jaar iets lager liggen dan de piek van 2022, blijft Nederland een van de duurste landen om te tanken.