Suriname staat mogelijk aan de vooravond van een grote schoonmaak binnen de overheid. Dat zegt commentator en analist Kenneth Niekoop in een uitgebreid gesprek met GFC Nieuws.
Hij voorspelt dat de komende periode meerdere corruptieschandalen aan het licht zullen komen, waarbij zowel individuen als overheidsinstanties onder de loep worden genomen.
Volgens hem speelt de komst van de eerste vrouwelijke president een belangrijke rol in deze ontwikkeling.
“Met een vrouw aan het roer is er durf om een schone huishouding te doen.”
Hij ziet een nieuwe dynamiek ontstaan waarin burgers en ambtenaren zich gesterkt voelen om onregelmatigheden naar buiten te brengen.
De columnist noemt daarbij specifiek enkele ministeries die volgens hem al lange tijd gevoelig zijn voor corruptie. Het gaat om Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), Grondbeheer in samenwerking met GLISS, Buitenlandse Zaken (BuZa) en Binnenlandse Zaken (BiZa).
Over dat laatste ministerie kreeg hij van oud-directeuren te horen dat misstanden er vaak toenemen in de laatste maanden richting de verkiezingen.
Toch is hij kritisch op de manier waarop er momenteel met corruptie wordt omgegaan. “Als we elke dag alleen maar praten over schandalen zonder iets te doen, kunnen we beter een ministerie van schande oprichten,” zegt hij met een mix van boosheid en sarcasme.
Daarmee doelt hij op de kloof tussen het benoemen van problemen en het daadwerkelijk ondernemen van actie.
Zijn uitspraken roepen de vraag op welke mogelijkheden burgers hebben om corruptie te melden.
Surinaamse wetgeving biedt verschillende routes: aangifte doen bij de Procureur-Generaal, melding maken bij de politie of, in de toekomst, terecht bij gespecialiseerde anti-corruptie-instanties.
Bescherming van klokkenluiders is hierbij noodzakelijk zodat melders geen ontslag, intimidatie of andere represailles hoeven te vrezen.
Niekoop benadrukt dat meldingen zo concreet mogelijk moeten zijn, met documenten, correspondentie of getuigenverklaringen als bewijsmateriaal. Alleen dan kunnen bevoegde instanties effectief onderzoek doen en tot vervolging overgaan.
Of zijn voorspelling werkelijkheid wordt, zal de komende maanden blijken. Maar volgens hem is er een unieke kans om Suriname een nieuwe fase in te loodsen waarin integriteit, transparantie en burgerbetrokkenheid centraal staan.
“De bal ligt nu niet alleen bij de regering, maar ook bij de bevolking zelf,” besluit hij.







