Met handen in de aarde groeien Surinaamse kinderen op met respect voor natuur

In Suriname groeit bij sommige ouders en scholen het besef dat jonge kinderen meer mogen leren over de natuur.

Als tegenwicht voor het vele schermgebruik worden peuters en kleuters vaker betrokken bij eenvoudige tuinprojecten.

Het gaat daarbij om kleine initiatieven zoals het planten van zaadjes in een potje of het verzorgen van een mini-moestuin op het schoolerf.

Het idee is eenvoudig: laat kinderen zelf iets planten, verzorgen en zien groeien.

Of het nu gaat om soepgroenten, sopropo of tomaat, het resultaat is vaak verwondering en enthousiasme. Kinderen ontdekken spelenderwijs waar hun eten vandaan komt en leren bovendien verantwoordelijkheid, geduld en zorgzaamheid.

Op enkele basisscholen in ons land zijn schooltuinprojecten opnieuw opgepakt. Leraren merken dat leerlingen actiever meedoen en nieuwsgieriger worden wanneer ze buiten met hun handen in de aarde mogen werken.

Sommige scholen hebben bakken of stukjes grond ingericht waar kinderen dagelijks water geven en onkruid wieden.

Ook thuis creëren ouders soms een klein hoekje in de tuin of op de veranda waar kinderen hun eigen plantjes mogen verzorgen. Het is een eenvoudige activiteit die rust brengt en kinderen even weghaalt van de televisie of telefoon.

Volgens een pedagoog die met GFC Nieuws heeft gesproken biedt tuinieren jonge kinderen niet alleen educatieve meerwaarde, maar ook emotionele balans.

Het werkt kalmerend, stimuleert zintuigen en geeft een gevoel van voldoening.

In een wereld die snel draait, groeit op deze manier langzaam maar zeker een diepere band tussen kind en natuur met wortels in eigen Surinaamse grond.