Simons’ kabinet: bestuur doorspekt met oude patronen, het volk als verliezer

gfc ingezonden

Een nieuw kabinet betekent een kans op een frisse koers. Maar wie de lijst van voorgedragen ministers bekijkt, ontdekt een pijnlijk patroon van oude gezichten, onbekwame kandidaten en omstreden voorgeschiedenissen.

Wij waarschuwen voor wat er dreigt te gebeuren als deze benoemingen doorgaan.

Wie dacht dat de kwestie rondom Bronto Somohardjo op zichzelf stond, vergist zich. Ook andere voordrachten roepen ernstige zorgen op.

Het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting was onder het bewind van oud-ministers Ulraiqit Ramsaran en Andre Misiekeba een bastion van chaos en willekeur gebleven. En onder Ramsaran werd dat zelfs schrijnender.
Toch worden Ramsaran én Misiekeba opnieuw genoemd.

Voormalig minister Noersalim, die eerder in opspraak kwam – onder andere toen hij waarnam bij het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), waar sprake was van onregelmatigheden en gesjoemel rond gronduitgifte (Cultuurtuin) – wordt nu voorgedragen als minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV).

Ook andere namen doen de ronde, zoals Lalini Gopal – voormalig minister – die opnieuw wordt genoemd, gaat mogelijk naar het ministerie van Sport en Jeugdzaken.

Er bestaan twijfels over haar functioneren en over haar politieke nabijheid tot invloedrijke NDP’ers, die zwaarder lijken te wegen dan haar bestuurlijke staat van dienst.

Melvin Bouva, zonder bestuurlijke ervaring, wordt genoemd voor het ministerie van BIBIS. En ook Huur – eveneens zonder bestuurlijke achtergrond – circuleert als kandidaat voor een ministerspost.

Stanley Soeropawiro, een geestelijke – ook geen bestuurlijke ervaring, zonder de nodige kennis en aantoonbare inhoudelijke deskundigheid – wordt als marionet gepositioneerd binnen het Kabinet van Simons.

De naam van Ismanto Adna dook opnieuw op, ditmaal voor het ministerie van Financiën.

Niet alleen roept zijn eerdere functioneren vragen op, maar zijn benoeming tot minister van Financiën, een cruciale post te midden van de financiële instabiliteit en de lopende discussie over het al dan niet voortzetten van de samenwerking met het IMF, zou ronduit zorgwekkend zijn.

Gelukkig is de benoeming van Adna van de baan. Reeds vrijdag begon de steun voor Adna merkbaar af te nemen, nadat zowel nationale als internationale financiële experts vraagtekens plaatsten bij zijn geschiktheid als kandidaat.

Terwijl koersontwikkelingen zorgwekkend blijven en prijzen voor essentiële levensbehoeften steeds onbetaalbaarder worden voor de bevolking, zou het onverstandig zijn dat iemand met een discutabel verleden het financieel beleid van het land zou bepalen.

Als hij zich eerder, onder andere, al schuldig maakte aan gesjoemel met grondpapieren ten nadele van arme burgers, hoe kunnen we dan verwachten dat hij integer met Suriname ‘s financiën zou omgaan?

Suriname kan het zich niet langer permitteren om onkundige bestuurders te plaatsen op sleutelposities in het economische en monetaire beleid. Zo kunnen we de lijst nog verder aflopen.

Zolang president Simons deze voordrachten toelaat of niet afkeurt, draagt zij verantwoordelijkheid voor een voortzetting van het oude systeem – zij legitimeert het daarmee en verliest haar moreel gezag.

F.Z. Zeldenrust