Vergelijken met Nederland is een kans voor Suriname om sociaal en maatschappelijk te groeien

diaspora hand suriname nederland

Op sociale media ontstaat vaker discussie over de vraag of Suriname wel steeds met Nederland vergeleken mag worden. Volgens critici gaat die vergelijking mank omdat de landen een andere geschiedenis, economie en cultuur hebben.

Toch is Suriname-analist R. Pinas het daar absoluut niet mee eens. Hij stelt juist dat het vergelijken van onder anderen gedrag, mentaliteit en sociale gewoonten tussen beide landen ons als samenleving kan helpen om vooruit te komen.

“Het gaat niet om kopiëren, maar om begrijpen wat elders werkt en waarom. Als je niet vergelijkt, zie je ook niet wat er beter kan.

Door te kijken naar wat in Nederland goed werkt, kunnen we in Suriname slimme ideeën oppikken en fouten vermijden.

Dus wie zegt dat we Suriname niet steeds met Nederland moeten vergelijken, begrijpt echt niet waar het om draait,” zegt de objectieve observator in gesprek met GFC Nieuws Lifestyle.

“Een land als Singapore werd welvarend door zich voortdurend te spiegelen aan succesvolle landen.

Door een strategie toe te passen van steeds vergelijken, leren en slim aan te passen, bouwde het in korte tijd stap voor stap een sterk, efficiënt en modern land op”, legt hij verder uit.

“Nederland is niet perfect, maar op het gebied van sociaal gedrag, gemeenschapszin, planning en verantwoordelijkheid kunnen we als Surinamers veel leren.”

Een belangrijk punt dat hij aanhaalt is de manier waarop mensen in Nederland omgaan met afspraken en tijd. Daar is stipt zijn normaal.

Afspraken worden vaker nagekomen, vertraging wordt gecommuniceerd en mensen houden rekening met elkaars planning.

In Suriname komt te laat komen nog te vaak voor, zelfs in professionele omgevingen, wat leidt tot frustratie, tijdverlies en inefficiëntie.

Ook op het gebied van sociale betrokkenheid ziet de waarnemer duidelijke verschillen.

“In Nederland zie je dat mensen vrijwillig meehelpen in hun buurt, zich inzetten voor schone straten en hun verantwoordelijkheid nemen voor het collectief.

In Suriname overheerst nog vaak het ‘mi na mi’-denken. Die houding belemmert vooruitgang.”

Daarnaast wijst hij op de financiële discipline in Nederland. Sparen, budgetteren en verantwoord omgaan met geld zijn gewoonten die kinderen al vroeg meekrijgen.

In Suriname wordt geld daarentegen vaak direct uitgegeven zodra het binnenkomt, wat mensen kwetsbaar maakt voor onverwachte tegenslagen.

De vergelijking is volgens de observator bovendien logisch omdat de verwevenheid tussen beide landen enorm is. Er wonen bijna net zoveel mensen met een Surinaamse achtergrond in Nederland als in Suriname zelf.

Families, vriendschappen en zelfs kleine bedrijven reiken van Paramaribo tot Amsterdam. Het dagelijks contact via sociale media, bezoeken en geldtransacties maakt de band sterker dan die tussen veel andere voormalige koloniën en moederlanden.

Volgens hem is het dan ook geen kwestie van minderwaardigheid als we naar Nederland kijken en ons steeds vergelijken, maar van zelfreflectie.

“We mogen trots zijn op onze eigen cultuur, maar ook eerlijk naar onszelf kijken. Wat werkt hier niet, wat kan beter? De vergelijking steeds met Nederland helpt om die vragen concreet te maken.”

Pinas benadrukt dat de weerstand tegen vergelijken vaak voortkomt uit trots of frustratie. “Maar echte vooruitgang begint bij het durven spiegelen. Niet om onszelf te klein te maken, maar juist om groter te worden.”

Hij roept een ieder op om niet weg te kijken van succesvolle voorbeelden.

“Als je buurman zijn tuin netjes houdt, ga je eerder je eigen tuin ook opruimen. Zo werkt het met landen ook.

Nederland is dichtbij, niet geografisch, maar sociaal en familiair. Laten we daar gebruik van maken in plaats van het vergelijken steeds af te wijzen.”

Singapore is welvarend geworden door ook steeds te vergelijken 

De waarnemer haalt aan dat Singapore na zijn onafhankelijkheid in 1965 zich razendsnel ontwikkelde tot één van de meest welvarende en georganiseerde landen ter wereld.

Een belangrijk onderdeel van hun strategie was het voortdurend vergelijken met succesvolle landen zoals Zwitserland, Japan en later ook Nederland en Scandinavië.

De Singaporese overheid keek niet alleen naar economische modellen, maar ook naar onderwijs, infrastructuur, gezondheidszorg, samenleving en bestuurlijke aanpak.

Ze namen het beste van wat elders werkte en pasten het slim aan aan hun eigen context.

Singapore bewijst dat wie openstaat voor vergelijken met andere succesvolle landen, veel sneller vooruitkomt. Het is dus geen zwakte, maar juist een teken van visie en volwassenheid.