In Nederland zegt men trots ‘ik ben schoonmaker’, in Suriname liever niet

Schoonmaaktser dweilen

In Nederland vertellen mensen vaak zonder terughoudendheid dat ze als schoonmaker werken. Het wordt gezien als een eerlijk beroep, net als elk ander.

In Suriname ligt dat anders. Daar wordt over schoonmaakwerk geregeld in vage termen gesproken, alsof het iets is om zich voor te schamen. Volgens lifestyledeskundige en commentator Patricia Wong zit daar een diepere oorzaak achter.

“Het is een cultureel vraagstuk,” zegt Wong in gesprek met GFC Nieuws Lifestyle. “In Suriname heerst nog sterk het idee dat status wordt bepaald door je beroep.

Mensen willen liever zeggen dat ze ‘op kantoor werken’ dan dat ze toiletten schoonmaken, ook al verdienen ze eerlijk hun brood.”

Ze wijst erop dat veel mensen in Suriname het gevoel hebben dat ze beoordeeld worden op wat ze doen, in plaats van op wie ze zijn.

Ze legt uit dat deze houding deels is terug te voeren op het koloniale verleden en de hiërarchische manier van denken die daaruit is voortgekomen.

“Werken met je handen wordt bij ons onterecht als laag gewaardeerd, terwijl het juist onmisbare functies zijn.”

In Nederland is die houding veel praktischer. Daar heerst meer erkenning voor arbeid in alle lagen van de samenleving.

Schoonmakers worden ook juridisch beter beschermd en werken vaak via bedrijven die hen structureel inzetten. Dat geeft een gevoel van zekerheid en waardigheid.

De lifestylecommentator legt verder uit dat het belangrijk is dat Surinamers hun kijk op arbeid herzien.

“Pas als we ons collectieve denken veranderen en respect tonen voor ieder beroep zal de schaamte verdwijnen. Eerlijk werk is nooit iets om geheim over te doen.”