De recente uitspraken van het Hof van Justitie rond de verkiezingsgeschillen hebben diepe krassen nagelaten op het vertrouwen in onze rechtsstaat.
Dat het Hof geen definitieve uitspraak heeft gedaan over de juistheid van de ingediende kandidatenlijsten, maar zich beroept op een belangenafweging in het voordeel van de Staat, is ronduit verontrustend.
Rechtspraak hoort geen rekensom te zijn van politiek belang, maar een objectieve toetsing aan wet en recht.
Wanneer de rechter besluit géén recht te spreken omdat het handhaven van het verkiezingsproces als “belangrijker” wordt gezien dan de rechten van politieke partijen, dan verschuiven we langzaam maar zeker richting een systeem waarin rechtszekerheid afhankelijk wordt van politieke timing.
Is dat het Suriname dat we willen? Waar een verkiezing wordt “veiliggesteld” ten koste van transparantie, eerlijkheid en het principe van gelijke kansen?
De uitleg van persrechter Sonai dat het Hof slechts “aannemelijk” acht dat de kandidatenlijsten zijn ingediend, maar dit niet heeft vastgesteld, is ontwijkend.
Waarom is er dan geen kort geding geweest dat dit wél had kunnen vaststellen?
Waarom wordt de bodemprocedure vooruitgeschoven terwijl verkiezingen al worden voortgezet?
Deze zaak laat zien dat de rechterlijke macht zich gevaarlijk dicht bij de uitvoerende macht begeeft.
Onafhankelijke rechtspraak betekent óók dat men de Staat durft te corrigeren wanneer die faalt. Juist in verkiezingstijd.
K. Felanti

Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com of direct een WhatsApp-bericht versturen.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud