President deelt persoonlijk verlies: Rust zacht, mijn lieve broer

kaars 1

President Chan Santokhi heeft in een persoonlijk en emotioneel bericht het overlijden van zijn broer, Indredew Santokhi, bekendgemaakt.

Zijn oudere broer is vandaag vredig overleden in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP), waar hij op de intensive care afdeling verbleef.

“Een moment van groot verlies, maar tegelijkertijd ben ik dankbaar voor alles wat hij voor ons heeft betekend,” aldus president Santokhi. “Vandaag heb ik hem vaker bezocht en zag ik zijn gezondheid achteruitgaan. Zojuist heeft hij zijn laatste adem vredig uitgeblazen.”

Indredew Santokhi was één van de negen kinderen in het gezin Santokhi en diende de samenleving jarenlang als leraar, een beroep dat hij met toewijding uitoefende tot zijn pensioen. Ook na zijn pensioen bleef hij actief in de landbouw en veeteelt, waarbij zijn liefde voor dieren – in het bijzonder papegaaien – tot uiting kwam.

Tijdens de laatste jaren verbleef de overledene tijdelijk bij zijn broer, de president, vanwege gezondheidsproblemen.

Toch herstelde hij grotendeels en bleef hij betrokken bij zijn dagelijkse bezigheden en passie voor pluimvee. “Waar ik wat tijd vrij had, bracht ik die met hem door. We haalden herinneringen op, lachten samen en genoten van elkaars gezelschap,” zegt de president.

Een dierbare herinnering is nog de viering van de tweede paasdag, afgelopen maandag, die in klein familieverband werd doorgebracht. “De liefdevolle momenten, de verhalen, zijn gelach en de liefde die hij deelde, zullen altijd voortleven,” aldus de president.

President Santokhi sprak zijn bijzondere dank uit aan het personeel van het AZP, met name het team van de intensive care, voor de goede zorg die aan zijn broer is verleend.

De rouwzitting zal plaatsvinden op vrijdag 25 en zaterdag 26 april aan de Rooslaan, en de uitvaart vindt plaats op zondag 27 april 2025.

De president besluit met een emotionele boodschap: “Rust zacht, mijn lieve broer. Moge je atma goede rust vinden bij onze Schepper en verenigd zijn met mama en onze andere zussen en broers die ons zijn voorgegaan.”